4.
Breng de armen van de lader omlaag.
5.
Laad de machine op de aanhanger met de
zwaarste kant naar de bovenste zijde van
de oprijplaat gericht, en zorg dat de lading
onderaan zit
(Figuur
•
Als de machine een vol ladingwerktuig
heeft (bv. een bak) of een niet-belaadbaar
werktuig (bv. een sleuvengraver), rij de
machine dan voorwaarts op de oprijplaat.
•
Als de machine een leeg ladingwerktuig
of geen werktuig heeft, rij de machine dan
achteruit op de oprijplaat.
1. Machine met vol werktuig
of niet-belaadbaar
werktuig – rij de
machine vooruit op de
oprijplaat/-platen.
6.
Laat de armen van de lader volledig zakken.
7.
Stel de parkeerrem in werking (indien aanwezig),
zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje.
8.
Gebruik de metalen bindogen op de machine
om de machine goed vast te maken aan de
aanhanger of vrachtwagen. Gebruik hiervoor
banden, kettingen, kabels of touwen
Raadpleeg de lokale voorschriften inzake het
vastbinden van de machine.
1. Bindogen
De machine uitladen
1.
Laat de oprijplaat/-platen neer.
2.
Rij de machine van de aanhanger met de
zwaarste kant naar de bovenste zijde van
7).
Figuur 7
2. Machine met leeg werktuig
of zonder werktuig – rij de
machine achteruit op de
oprijplaat/-platen.
(Figuur
Figuur 8
de oprijplaat gericht, en zorg dat de lading
onderaan zit
•
Als de machine een vol ladingwerktuig
heeft (bv. een bak) of een niet-belaadbaar
werktuig (bv. een sleuvengraver), rij de
machine dan achteruit van de oprijplaat.
•
Als de machine een leeg ladingwerktuig
of geen werktuig heeft, rij de machine dan
vooruit van de oprijplaat.
1. Machine met vol werktuig
g237904
of niet-belaadbaar
werktuig – rij de
machine achteruit van
de oprijplaat/-platen.
8).
g248267
13
(Figuur
9).
Figuur 9
2. Machine met leeg werktuig
of zonder werktuig – rij de
machine vooruit van de
oprijplaat/-platen.
g237905