dIXEL
12.1 SONDE VERBINDING
De sondes moeten met de kop omhoog gemonteerd worden om het binnendringen van vocht in de
sondes te vermijden. Het wordt aangeraden om de ruimtetemperatuur sonde niet in de luchtstroom
van de verdamper te plaatsen zodat een correct beeld van de gemiddelde ruimtetemperatuur
verkregen wordt. Plaats de einde dooisonde tussen de verdamper vinnen op de koudste plaats, waar
het meeste ijsvorming is, weg van de verwarmingselementen of de warmste plaats tijdens ontdooiing
om een te vroege beëindiging van de ontdooiing te voorkomen.
13. HET GEBRUIK VAN DE HOT KEY
13.1 UPLOAD (VAN HET TOESTEL NAAR DE "HOT KEY")
1.
Programmeer eerst een regelaar via het toetsenbord.
2.
Als het toestel AAN is steekt u de "Hot key" in de TTL poort en drukt u op de è toets; het "uL"
bericht verschijnt, gevolgd door "End".
3.
Druk de "SET" toets om het knipperende bericht "End" te verwijderen.
4.
Schakel het toestel uit, verwijder de "Hot Key", en schakel dan het toestel terug AAN.
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"end "voor juiste programmering, en "Err" voor foute programmering. In dit laatste geval druk deo
toets in als u programmering wilt herbeginnen of verwijder de niet geprogrammeerde "Hot key".
13.2 DOWNLOAD (VAN DE "HOT KEY" NAAR HET TOESTEL
1.
Schakel het toestel uit en steek de geprogrammeerde "Hot Key" in de TTL poort, schakel de
regelaar dan AAN.
2.
Automatisch wordt de parameterlijst van de "Hot Key" gedownload naar het geheugen, het
"DoL" bericht knippert, gevolgd door "End".
3.
Na 10 sec zal het toestel heropstarten met de nieuwe parameters.
4.
Verwijder de Hot Key".
Op het einde van de gegevensoverdrachtsfase kan het toestel de volgende berichten tonen:
"End " voor juiste programmering. Het toestel start opnieuw op met de nieuwe programmering.
"Err" voor foute programmering. In dit geval, schakelt u het toestel uit en dan terug aan als u het
downloaden opnieuw wilt proberen of verwijdert u de "Hot key" om de bewerking te onderbreken
14. ALARM SIGNALEN
Alarm
Oorzaak
"P1"
Ruimte sonde defect
"P2"
Verdamper sonde defect
"P3"
Defect 3
de
sonde
"P4"
Defect 4
de
sonde
"HA"
Maximum temperatuur alarm
"LA"
Minimum temperatuur alarm
"HA2"
Condensor hoge temp alarm
"LA2"
Condensor lage temp alarm
"dA"
Open deur alarm (i1F=dor)
"EA"
Extern alarm (i1F=EAL)
"CA"
Serieus extern alarm (i1F=bAL)
"CA"
Pressostaat alarm (i1F=PAL)
"rtc"
Real time clock alarm
rtF
Real time clock print stuk.
14.1 DEMPEN VAN BUZZER / ALARM RELAY UITGANG
Wanneer "tbA = y", de buzzer en relais worden gedempt bij het drukken van een toets.
Indien "tbA = n" enkel de buzzer wordt gedempt bij het drukken van een toets, het relais wordt pas
gedempt wanneer de alarm voorwaarden hersteld zijn.
14.2 ALARM HERSTELLING
Sonde alarm P1", "P2", "P3" en "P4" start enkele seconden nadat de fout gedetecteerd is en stopt
automatisch als het probleem opgelost is. Controleer de connecties vooraleer de sonde te vervangen.
Temperatuur alarmen "HA", "LA", "HA2" en "LA2" stopt automatisch vanaf de temperatuur weer in het
Pon
Toetsenbord gedeblokkeerd
PoF
Toetsenbord geblokkeerd
noP
In programmeringmode: geen parameters aanwezig in Pr1
Op het display of in dP2, dP3, dP4: de door u geselecteerde sonde ter weergave is niet
actief.
normale bereik is.
Alarmen "EA" en "CA" (met i1F=bAL) worden hersteld van zodra wanneer de digitale ingang niet
meer actief is.
Alarm "CA" (met i1F=PAL) wordt hersteld van zodra het toestel af en terug aan gezet wordt. (of stand-
by).
14.3 ANDERE BOODSCHAPPEN
15. TECHNISCHE GEGEVENS
Behuizing: zelfdovend ABS; front 32x74 mm; diepte 60mm;
Montage: paneelmontage in een 71x29 mm uitsnijding
Protection: IP20; Frontal protection: IP65
Connections: Screw terminal block 2,5 mm
Verbindingen: schroefklemmenblok voor draden 2,5 mm
Voeding: Afhankelijk van het model12Vac/dc, ±10%; 24Vac/dc, ±10%; 230Vac 10%, 50/60Hz,
110Vac 10%, 50/60Hz
Opgenomen vermogen: 3VA max.
XR77CX_V2.doc
Installatie en Gebruikershandleiding
Uitgangen
Compressor uitgang volgens"Con" en "COF"
Einde ontdooiing op tijd MdF (indien verd. sonde)
Uitgangen onveranderd
Uitgangen onveranderd
Uitgangen onveranderd
Uitgangen onveranderd
Afhankelijk van parameter "Ac2"
Afhankelijk van parameter "bLL"
Comp en/of vent herstarten afhankelijk van "rrd"
Uitgangen onveranderd
Uitgangen uitgeschakeld
Uitgangen uitgeschakeld
Alarm uitgang is ON; Andere uitgangen blijven
onveranderd, Ontdooiingen volgens parameters
"IdF" RTC moet worden ingesteld
Alarm uitgang is ON; Andere uitgangen blijven
onveranderd; Ontdooiingen volgens parameter
"IdF" Contacteer de dienst na verkoop.
2
wiring.
.
2
Display: 3 digits, red LED, 14,2 mm high; Ingangen: Tot 4 NTC of PT1000 sondes.
Digitale ingangen: spanningsloos
Relay uitgangen:
compressor SPST 8(3) A, 250Vac; SPST 16(6)A 250Vac
defrost: SPDT 8(3) A, 250Vac
fan: SPST 5(2) A.
auxiliair: SPDT 8(3) A, 250Vac
Gegevensopslag: niet volatiel geheugen (EEPROM).
Interne klok back-up: 24 uren
Pollutiegraad: 2
Rated impulsive voltage: 2500V
Werkingstemperatuur: 0÷60 °C.
Relatieve vochtigheid: 2085% (niet condenserend)
Meet- en regelbereik :
Resolutie: 0,1 °C of 1°C of 1°F (instelbaar)
Nauwkeurigheid (ruimte temp. 25°C): ±0,7 °C ±1 digit
16. VERBINDINGEN
16.1 12VAC/DC VOEDINGSSPANNING
Supply: 24Vac: connect to terminals 1-2.
16.2 230VAC VOEDINGSSPANNING
Supply: 110Vac: connect to terminals 2-3.
17. STANDAARD INSTELLINGEN
Label
Name
Set Set point
rtc* Real time clock menu
Hy Differential
LS Minimum set point
US Maximum set point
Ot Thermostat probe calibration
P2P Evaporator probe presence
OE Evaporator probe calibration
P3P Third probe presence
O3 Third probe calibration
P4P Fourth probe presence
O4 Fourth probe calibration
OdS Outputs delay at start up
AC Anti-short cycle delay
rtr P1-P2 percentage for regulation
CCt Continuous cycle duration
CCS Set point for continuous cycle
COn Compressor ON time with faulty probe
COF Compressor OFF time with faulty probe
CF Temperature measurement unit
rES Resolution
XR77CX
Soort actie: 1B.
Software klasse: A.
Categorie overspanning: II
Opslagtemperatuur: -30÷85 °C.
NTC sonde: -40÷110°C (-58÷230°F);
PT1000 sonde: -100÷150°C (-148÷302°F)
Range
LS÷US
-
0,125.5°C/ 1 255°F
-100CSET/-58°FSET
SET110°C/ SET 230°F
-1212°C /-120120°F
n=not present; Y=pres.
-1212°C /-120120°F
n=not present; Y=pres.
-1212°C /-120120°F
n=not present; Y=pres.
-1212°C /-120120°F
0÷255 min
0 50 min
0 ÷ 100 (100=P1 , 0=P2)
0.0÷24.0h
(-100÷150,0°C) (-67÷302°F)
0 255 min
0 255 min
°C °F
in=integer; dE= dec.point
Frigro NV
Value
Level
-5.0
- - -
-
Pr1
2.0
Pr1
-50.0
Pr2
110
Pr2
0.0
Pr1
Y
Pr1
0.0
Pr2
n
Pr2
0
Pr2
n
Pr2
0
Pr2
0
Pr2
1
Pr1
100
Pr2
0.0
Pr2
-5
Pr2
15
Pr2
30
Pr2
°C
Pr2
dE
Pr1
5/6