dIXEL
tbA reset van het alarmrelais (indien oA3=ALr):
n= het alarmrelais blijft actief tijdens de alarmconditie,
y = het alarmrelais wordt gedeactiveerd door middel van het drukken op een toets tijdens de
alarmconditie.
oA3 Vierde relais configuratie dEF=defrost; FAn: niet gebruiken Lig: licht; AuS: auxiliair relais;
onF:relais altijd aan indien regelaar aan; db = neutrale zone; cP2= do not select; dEF2: niet
gebruiken!; HES; Energiesaving contact
AoP Polariteit van het alarm relais: selecteer hier of het relais open of gesloten is tijdens een
alarmsituatie. CL= de klemmen 1-4 zijn gesloten tijdens een alarm; oP = de klemmen 1-4 zijn
open tijdens een alarm.
DIGITAL INGANGEN
i1P Digitale ingang polariteit (18-20): Polariteit van de digitale ingang, oP: digitale ingang wordt
geactiveerd door het contact te openen, CL: digitale ingang wordt geactiveerd door het contact
te sluiten.
i1F Digital input configuratie (18-20): dor= deur schakel contact; dEF= activeren van een
ontdooicyclus.
i2P 2
digital input polariteit (18-19): oP: de digitale ingang is geactiveerd bij het openen van het
nd
contact. CL: de digitale ingang is geactiveerd bij het sluiten van het contact.
i2F 2
nd
digital input configuratie (18-19): EAL = extern niet ernstig alarm: "EA" boodschap wordt
afgebeeld; bAL = extern ernstig alarm: "CA" wordt afgebeeld; PAL = druk alarm: "CA" wordt
afgebeeld; dor = deurschakelaar; dEF = starten van een ontdooicyclus; AUS = (des)activeren
van auxiliair contact met Ao1=AUS; Htr = keuze van de actie (koeling of verwarming); FAn =
Fan; ES = Energy Bespaar fct (verhoging/verlaging van het setpunt). HdF = Vakantie
ontdooiing.; onF = in en uitschakelen van de regelaar.
did (0255 min) met i2F= EAL or i2F = bAL Digitale ingang alarm vertraging. (18-20): vertraging
tussen het weergeven en het detecteren van een alarm voorwaarde. met i2F= PAL: dan is did
de tijd waarin het aantal activaties nPS mogen voorkomen.
doA Open deur alarm vertraging (0255 min): vertraging alarm van het deurcontact.
nPS Aantal drukschakelingen: (0
15) Aantal activaties die mogen voorvallen in een tijd did
vooraleer het alarm wordt geactiveerd. (I2F= PAL).
Indien er nPS activaties gebeuren in een tijd did, moet men de regelaar aan en uit
schakelen voor een terug normale regeling te verkrijgen.
odc Uitgang status bij open deur: uitgang status bij open deur; no = normale werking; FAN =
Fans gestopt; CPr = Compressor gestopt; F_C = compressor en fans gestopt
rrd Herstart van de uitgangen na een dA deur alarm: no = de uitgangen blijven in de modus
zoals ingesteld in odc tot de status van de deur verandert; yES = de uitgangen herstarten de
normale werking bij het alarm dA;
HES Temperatuursverandering tijdens Energy zuinige cyclus: (-30,0°C
stelt u de gewenste set temperatuurswijziging in die van tel is tijdens de Energy zuinige cyclus.
INSTELLEN VAN HUIDIGE TIJD EN WEKELIJKSE VAKANTIEDAGEN
Hur
Huidig uur (0 ÷ 23 h)
Min
Huidige minuut (0 ÷ 59min)
dAY
Huidige dag (Sun ÷ SAt)
Hd1
Eerste wekelijkse vakantiedag (Sun ÷ nu) Stel de wekelijkse vakantiedag in.
Hd2
Tweede wekelijkse vakantiedag. (Sun ÷ nu) Stel de tweede wekelijkse vakantiedag in.
N.B.
Hd1,Hd2 kan ingesteld worden als "nu", wanneer er geen wekelijkse vakantiedag is. (Not
Used).
INSTELLEN VAN DE ENERGIE ZUINIGE PERIODES
ILE
Energy Saving cyclus start gedurende werkdagen: (0 ÷ 23h 50 min) Stelt de start uur in
wanneer de energie zuinige cyclus start gedurende werkdagen.
dLE
Energy Saving cyclus duur gedurende werkdagen: (0 ÷ 24h 00 min) Stelt de duur in van
de energie zuinige cylus in op weekdagen.
ISE
Energy Saving cyclus start gedurende vakantiedagen (0 ÷ 23h 50 min) Stelt de start uur
in wanneer de energie zuinige cyclus start gedurende vakantiedagen.
dSE
Energy Saving cycle lengte gedurende vakantiedagen (0 ÷ 24h 00 min)Stelt de duur in
van de energie zuinige cylus in op vakantiedagen
INSTELLEN VAN DE ONTDOOITIJDEN
Ld1÷Ld6 Werkdagen ontdooi start (0 ÷ 23h 50 min.) Deze parameter stelt de start van 6
voorgeprogrammeerde ontdooitijden in gedurende werkdagen. Voorbeeld: Ld2 = 12.4 de tweede
ontdooiing start op 12h en 40 minuten. ( op werkdagen)
Sd1÷Sd6 Vakantiedag - ontdooifunctie (0 ÷ 23h 50 min.) Deze parameter stelt de start van 6
voorgeprogrammeerde ondooicyclussen in op vakantiedagen. Voorbeeld Sd2 = 3.4 de tweede
ontdooiing start om 3u40min (op vakantiedagen)
N.B.: Om de ontdooicyclussen uit te schakelen: Stel parameters in als "nu". Wanneer
Ld6=nu; de zesde ontdooicyclus is gedesactiveerd.
Andere
Adr Serieel adres (1÷244): Uniek in te stellen adres in het ModBus RS485 netwerk voor aansluiting
op beheerssystemen zoals XWEB series.
PbC Type van sonde: Laat toe het type van sonde in te stellen:
Pt1 = Pt1000 sonde,
ntc = NTC sonde.
onF on/off toets geactiveerd?: nu = niet actief; oFF = actief; ES = ES mode (optie)
dP1 Thermostaat sonde weergeven
dP2 Verdamper sonde weergeven
dP3 Derde sonde weergeven - in optie
dP4 Vierde sonde weergeven in optie
rSE Werkelijk set punt: toont het set punt gedurende energie zuinige cylcus of continue cyclus.
rEL Software release voor intern gebruik.
Ptb Parameter table code: enkel leesbaar.
8. DIGITALE INGANG
De eerste digitale ingang (18-20) is geactiveerd met P3P = n.
Met P3P = n en i1F = i2F de tweede digitale ingang is geactiveerd.
Spanningsloze ingang zijn programmeerbaar met de "i1F" en "i2F" parameters.
XR77CX_V2.doc
Installatie en Gebruikershandleiding
30,0°C/-22÷86°F), hier
8.1 GENERIC ALARM (i2F = EAL)
Van zodra de digitale ingang is geactiveerd, zal de regelaar na een tijd "did", het alarm "EAL"
worden geactiveerd. De uitgangen zullen hierbij niet worden veranderd. Het alarm stopt van zodra de
digitale ingang wordt gedeactiveerd.
8.2 ERNSTIG ALARM MODE (i2F = bAL)
Wanneer de digitale ingang is geactiveerd, zal na een tijd "did", het alarm "CA" worden geactiveerd.
De relais uitgangen worden uitgeschakeld. Het alarm zal stoppen van zodra de digitale ingang is
gedeactiveerd.
8.3 PRESSOSTAAT (i2F = PAL)
Als gedurende de tijd "did" het aantal schakelingen zoals ingesteld in "nPS" bereikt zijn, zal het "CA"
alarm geactiveerd worden. De uitgangen worden uitgeschakeld en de regeling geblokkeerd. Het alarm
kan gereset worden door de regelaar in en uit standby te zetten of door voedingsspanning even uit te
schakelen. De compressor wordt telkens uitgeschakeld als de digitale ingang actief is en start terug op
als de digitale ingang niet meer actief is en de anti-pendelvertraging is verlopen.
8.4 DEUR SCHAKELAAR INGANG (i1F of i2F = dor)
Het signaleert de deur status en het overeenkomstige relais uitgang status ingesteld door de "odc"
parameter: no, Fan = normaal (elke verandering); CPr; F_C = Compressor UIT.
Wanneer de deur is geopend, zal na een tijd "doA", wanneer het deuralarm is geactiveerd, volgend
bericht wordt weergegeven: "dA" . daarna zal de regeling al dan niet herstarten afhankelijk van de
parameter rrd "(= yES). Het alarm zal stoppen wanneer het externe digitale contact terug wordt
gedeactiveerd. Met de deur open, HA en LA zijn gedeactiveerd.
8.5 START ONTDOOIING (i1F or i2F = dEF)
Hiermee wordt een ontdooiing gestart (indien de voorwaarden vervult zijn). Als de ontdooiing voorbij
is, zal de normale regeling verder gezet worden. Als de ingang nog steeds geactiveerd is zal de
normale regeling pas gestart worden als de veiligheidstijd "Mdf" verstreken is.
8.6 SCHAKELEN VAN HET AUXILIAIR CONTACT (i1F = AuS)
Door middel van deze instelling is het mogelijk om het 2
te schakelen
8.7 INVERTERING VAN DE ACTIE: VERWARMEN-KOELEN (i1F = Htr)
Via deze weg is het mogelijk om de werking te inverteren van koeling naar verwarming, en
omgekeerd.
8.8 ENERGY SAVING (i2F = ES)
Via de instelling van de digitale ingang als Energy Saving is het mogelijk via een extern contact een
verhoging of verlaging van het setpunt met een waarde HES te verkrijgen
8.9 VAKANTIEDAG ONTDOOIING (i2F = HDF)
Deze functie activeert de vakantiedagen-ontdooiing-programmatie
8.10 ON-OFF FUNCTIE (i2F = onF)
Deze schakelaar schakelt de regelaar aan of uit.
8.11 DIGITAL INGANGEN POLARITEIT
De polariteit van de digitale ingang is afhankelijk van de parameter "I1P" :
i1P of i2P = CL : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te sluiten.
i1P of i2P = OP : De digitale ingang is geactiveerd door de ingang te openen
9. RS485 SERIAL LINE – VOOR BEHEERSYSTEMEN
De RS485 seriele aansluiting maakt het mogelijk om de regelaar aan te sluiten op een ModBUS-RTU
compatibel monitoring systeem zoals de X-WEB500/3000/300.
10. X-REP UITGANG – OPTIONAL
In optie, via de X-REP uitgang kan een extra uitlezing worden voorzien.
11. INSTALLATIE EN MONTAGE
12. ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
De toestellen worden geleverd met een schroefklemmenblok voor kabels tot 2,5 mm
kabels aansluit dient u na te gaan of de voedingsspanning correct is. Het is heel belangrijk voor de
goede werking van het toestel dat alle ingangssignalen (sondes, digitale ingangen) strikt gescheiden
worden van stroomvoerende kabels, relais en voedingen. De draden van de sondes en digitale
ingangen MOETEN op min. 10cm van alle stroomvoerende geleiders gemonteerd worden. Kan dit
niet, dan dient afgeschermde kabel gebruikt te worden (afscherming aan één kant geaard).
Respecteer de max. toegelaten stromen door het relais van de toestellen, bij zwaardere belastingen
dient een extern relais gebruikt te worden
XR77CX
relais in te schakelen , als (oA1=Aus) extern
de
Om dit te verwezelijken, de X-REP
moet worden verbonden met
volgende verbindingen moetn
worden gebruikt: CAB-51F(1m),
CAB-52F(2m), CAB-55F(5m),
De XR77CX is bestemd voor paneelmontage en kan in een
opening van 29x71 mm gemonteerd worden dmv de meegeleverde
bevestigingsbeugels.
De omgevingstemperatuur moet voor een correcte werking tussen
0 en 60°C liggen. Vermijd plaatsen waar het toestel onderhevig is
aan sterke vibraties, corrosieve gassen of hoge vochtigheid. Laat
lucht circuleren rond de koelroosters.
Frigro NV
2
. Vooraleer u de
4/6