•
Test de uitlijning van de cartridge. Zie pagina 43 voor meer informatie.
•
Reinig de spuitopeningen. Zie pagina 43 voor meer informatie.
Ontbrekende of onverwachte tekens
Controleer of de glasplaat schoon is.
1
Maak een schone, pluisvrije doek vochtig met water.
2
Veeg de glasplaat voorzichtig schoon.
Opmerking: controleer of de inkt of eventuele correctievloeistof droog is
Afdruk is te donker of vlekkerig
Controleer de volgende punten:
•
De inkt is droog voordat u het papier aanraakt.
•
De juiste papiersoort is geselecteerd in Printereigenschappen of
Voorkeuren.
Opmerking: u kunt het papierformaat kiezen in het Takencentrum.
•
Het papier is recht ingevoerd en bevat geen vouwen of kreukels.
•
De juiste kwaliteit voor de papiersoort is geselecteerd. Als u afdrukt op
normaal papier, selecteert u de instelling Snel op het tabblad Document/
kwaliteit van Printereigenschappen, Voorkeuren of in het Takencentrum.
•
De spuitopeningen zijn schoon. Zie pagina 43 voor meer informatie.
Slechte afdrukkwaliteit aan de randen van de pagina
Net als met andere Alles-in-één-apparaten, kunt u met de Alles-in-één niet
afdrukken op de uiterste randen van het papier. Hanteer de volgende
minimuminstellingen:
•
Linker- en rechtermarge:
–
6,35 mm (0,25 inch) aan beide zijden voor alle papierformaten
behalve A4
–
3,37 mm (0,133 inch) aan beide zijden voor A4-formaat
voordat u het document op de glasplaat plaatst.
52