6.4.3 Condensaatafvoer via condensaatpomp
Het water wordt met de condensaatpomp aangezogen en via een aan de perszijde aan te sluiten slang (los meegeleverd) af-
gevoerd. Afhankelijk van de bouwkundige omstandigheden kan het water in afvoerleidingen, bijv. met sifonaansluiting, wor-
den afgevoerd.
Bij een storing van de condensaatafvoer blijft het waterpeil stijgen totdat de vlotterschakelaar een alarmcontact activeert.
Het contact kan door externe signaalinrichtingen worden verwerkt.
Als het alarmcontact wordt geactiveerd, moet de koelmodus automatisch (bijv. door een bouwzijdige uitschakelvoorziening)
worden beëindigd om overstroming van de condensaatbak te voorkomen.
Afbeelding
Condensaatafvoer
De condensaatafvoerleiding van de condensaatpomp moet met een natuurlijk afschot en voldoende diameter (min. 1/2")
worden aangelegd. Bij lange condensaatleidingen moet de diameter overeenkomstig worden vergroot.
Controleer of de condensaatleiding moet worden geïsoleerd om condensaatvorming langs de leiding te voorkomen.
Er mag geen starre overgang naar de bouwzijdige condensaatafvoer worden toegepast. Wij adviseren een vrije overloop
in een sifon.
Artikel
Eigenschappen
Alternatief voor afvoer
onder vrij verval,
condensaatpomp
230 V 50 Hz, los gele-
verd
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
Afmetingen [mm]
Geschikt voor
185 x 140 x 90
Bouwgrootte 1–4
KaCool W
Artikelnummer
324002000410
21