nl
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft
de afwasautomaat zacht water, d.w.z.
water met weinig kalk nodig. Anders zetten
zich witte kalkresten op het serviesgoed
en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een hardheidsgraad
boven 7° dH (vanaf instelwaarde :
moet onthard worden. Dit gebeurt
met behulp van onthardingszout
(regenereerzout)
in de wateronthardingsinstallatie
van de afwasmachine.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk
van de hardheidsgraad van het
leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid onthardingszout is
van :
tot :
Bij de instelwaarde :
onthardingszout nodig.
– Vraag de hardheidsgraad van het
water. Informeer bij het
waterleidingbedrijf.
– De instelwaarde vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
– Deur sluiten.
– AAN/UIT-schakelaar ( inschakelen.
– START-toets @ indrukken
en ingedrukt houden.
– Programmakiezer 8 draaien tot
de cijferindicatie H : ... aangeeft.
– Toets loslaten.
Op de cijferindicatie H brandt
de in de fabriek ingestelde
waarde :
.
Om de instelling te wijzigen:
– Programmakiezer 8 draaien tot
de gewenste waarde
op de cijferindicatie H verschijnt.
– START-toets @ indrukken.
De ingestelde waarde is in het
geheugen opgeslagen.
6
instelbaar.
is geen
Tabel voor de waterhardheid
Water-
hardheids-
waarde°dH
0–6
7–8
)
9–10 gemiddeld
11–12 gemiddeld
13–16 gemiddeld
17–21
22–30
31–50
Hardheids-
mmol/l
bereik
zacht
0–1,1
zacht
1,2–1,4
1,5–1,8
1,9–2,1
2,2–2,9
hard
3,0–3,7
hard
3,8–5,4
hard
5,5–8,9
Instelwaarde
op machine
:
:
:
:
:
:
:
: