nl
Storingen zelf verhelpen
De ervaring leert dat veel storingen die in
het dagelijks gebruik optreden, door u zelf
verholpen kunnen worden. Hiermee
bespaart u natuurlijk kosten en bent u er
zeker van dat de machine snel weer
gebruikt kan worden. In het volgende
overzicht vindt u eventuele oorzaken van
de storingen en nuttige aanwijzingen om
deze te verhelpen.
ã=
Waarschuwing
Als op de cijferindicatie H
een foutcode ( :
eerst de stekker van het apparaat uit het
stopcontact getrokken resp. de zekering
uitgeschakeld worden en de kraan worden
dichtgedraaid.
Bepaalde storingen (zie de volgende
beschrijving van storingen) kunt u zelf
verhelpen; bij alle andere storingen a.u.b.
de Servicedienst inschakelen en
de aangegeven storing :XX aangeven.
ã=
Waarschuwing
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen
van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er
dan op dat alleen originele onderdelen
gebruikt worden. Ondeskundige reparatie
of gebruik van niet-originele onderdelen
kan aanzienlijke schade en gevaar voor
de gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
– Zekering van de huisinstallatie niet
in orde.
– De stekker zit niet in het stopcontact.
– De deur van het apparaat is niet goed
dicht.
20
tot :
), moet altijd
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait moeilijk.
– Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk geopend
worden. *
– Kinderbeveiliging is geactiveerd.
De gebruiksaanwijzing voor
de deactivering bevindt zich
achterin in de omslag.
* Afhankelijk van het model
De deur kan niet sluiten.
– Het deurslot is omgesprongen. Om het
slot terug te zetten de deur met grote
kracht sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan
niet gesloten worden.
– Afwasmiddelbakje te vol
of mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten
in het afwasmiddelbakje.
– Afwasmiddelbakje was tijdens het
vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer controleren" )"
brandt.
– Kraan dicht.
– Watertoevoer onderbroken.
– Watertoevoerslang geknikt.
– Zeef aan de kraan verstopt.
– Apparaat uitschakelen
en de stekker uit het stopcontact
trekken.
– Kraan dichtdraaien.
– Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
– Stroom weer inschakelen.
– Kraan opendraaien.
– Apparaat inschakelen.