Instelling van de temperatuurregelaar controleren bij toepassing van
gebouwbeheersysteem (DCC-installatie)
!
Opgelet
Een uitschakeling bij volledige belasting kan tot
hoge spanningen en schade aan het materiaal
leiden.
Als een installatie met een bovenliggend
gebouwbeheersysteem de temperatuurregeling
van de verwarmingsketel overneemt, instellin-
gen op de temperatuurregelaar TR uitvoeren.
De elektronische temperatuurregelaar minstens
10 K onder de mechanische temperatuurrege-
laar instellen.
Expansievat en installatiedruk controleren
Opmerking
Gegevens van de fabrikant van het expansievat (MAG)
respecteren.
Bij koude installatie controleren.
1. Installatie zo ver ledigen of de montageklep van
het expansievat sluiten en de druk zo ver aflaten
dat de manometer op "0" staat.
Opmerking
De voordruk van het expansievat (p
de statische druk (p
) van de installatie (komt
St
overeen met de statische hoogte) en een toeslag
(p
= p
+ toeslag).
0
St
De toeslag hangt af van de instelling van de veilig-
heidstemperatuurbegrenzer.
Toeslag
100 °C:
0,2 bar (20kPa)
110 °C:
0,7 bar (70 kPa)
Pompgestuurde drukregelsystemen
Opmerking
In verwarmingsinstallaties met automatische drukbe-
houdsystemen of met ontgassingsystemen (met het
principe van drukverlaging voor ontgassing) raden wij
voor de verwarmingsketel een membraanexpansievat
voor afzonderlijke beveiliging aan.
Het expansievat moet het expansievolume van het
verwarmingswater in de CV-ketel kunnen opnemen.
Minimaal volume 35 l
Door dit expansievat worden de frequentie en kracht
van de drukschommelingen gereduceerd, de looptijd
van de drukhoudpomp verbeterd en daarmee de
bedrijfsveiligheid en levensduur van de installatieon-
derdelen verhoogd. Bij niet-naleving kan schade aan
de CV-ketel of andere installatiecomponenten ont-
staan.
Eerste inbedrijfstelling, inspectie, onderhoud
2. Als de voordruk van het expansievat lager is dan
de vastgestelde waarde volgens de hiernaast ver-
melde formule, zo veel stikstof bijvullen tot de vast-
gestelde waarde is bereikt.
3. Water bijvullen tot bij afgekoelde installatie de vul-
druk 0,2 bar (20 kPa) boven de voordruk van het
expansievat ligt.
4. Deze waarde als minimumvuldruk op de manome-
) bestaat uit
ter markeren.
0
Drukregelsysteem volgens gegevens van de fabrikant
controleren. Drukschommelingen tot een minimum
beperken. Cyclische drukschommelingen en grotere
drukverschillen duiden op een defect van de installatie.
Om schade aan andere componenten van de verwar-
mingsinstallatie te vermijden, defecten onmiddellijk
verhelpen.
13