8
|
Installatie van de leidingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
88
INFORMATIE
De pomp van de secundaire zone zorgt dat het minimum debiet voor een correcte
werking van de unit is gegarandeerd.
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de berekende
voordruk te bepalen.
a
2.4
2
1.5
1
0.5
0.3
20
50
100
a Voordruk (bar)
b Maximum watervolume (l)
Voorbeeld: het maximum watervolume en de voordruk in het expansievat
Hoogteverschil in
(a)
de installatie
≤7 m
De voordruk moet niet
bijgeregeld worden.
>7 m
Doe het volgende:
▪
Verhoog
volgens
hoogteverschil
installatie.
moet met 0,1 bar verhoogd
worden voor elke meter
boven 7 m.
▪
Controleer
watervolume NIET groter is
dan
toegestaan watervolume.
(a)
Er is een hoogteverschil (m) tussen het hoogste punt van het watercircuit en de
binnenunit. Als de binnenunit zich op het hoogste punt van de installatie bevindt, bedraagt
de installatiehoogte 0 m.
150
200
250
Watervolume
≤200 l
Doe het volgende:
▪
▪
Het expansievat van de
binnenunit is te klein voor de
de
voordruk
installatie. In dit geval wordt er
het
vereiste
geadviseerd om een extra vat
van
de
buiten de unit te installeren.
De
voordruk
of
het
het
maximum
b
290
>200 l
Verlaag de voordruk volgens
het vereiste hoogteverschil
van
de
installatie.
voordruk moet met 0,1 bar
verlaagd worden voor elke
meter onder 7 m.
Controleer
of
watervolume NIET groter is
dan
het
maximum
toegestaan watervolume.
ERGA04~08EA + EHVZ04+08S18+23EA
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1A – 2021.11
De
het