10
|
Configuratie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
162
b Speciale interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA gebruikt als
kamerthermostaat) in primaire zone
c Externe kamerthermostaat voor de secundaire zone
▪
[C‑07]=1 (Externe kamerthermostaat)
a
a Gebruikersinterface aan de binnenunit
b Externe kamerthermostaat voor de primaire zone
c Externe kamerthermostaat voor de secundaire zone
OPMERKING
Indien een uitwendige kamerthermostaat wordt gebruikt, zal de uitwendige
kamerthermostaat de vorstbescherming kamer bedienen. Vorstbescherming kamer
is echter alleen mogelijk wanneer [C.2] Ruimteverwarming/-koeling=Aan.
#
Code
[2.A]
[C‑05]
Aanvoerwatertemperatuur: Delta T
Bij het verwarmen van de primaire zone is de gewenste delta T
(temperatuurverschil) afhankelijk van het gekozen afgevertype voor de primaire
zone. In de verwarmingsstand geeft delta T het temperatuurverschil aan tussen het
instelpunt van het aanvoerwater en het retourwater.
b
c
Beschrijving
Externe kamerthermostaattype voor de primaire
zone:
▪
1: 1
contact: De gebruikte externe
kamerthermostaat kan enkel een thermo AAN/
UIT-staat sturen. Er is geen onderscheid tussen
een vraag naar verwarming of een vraag naar
koeling. De kamerthermostaat is aangesloten
op slechts 1 digitale ingang (X2M/35).
Selecteer deze waarde in het geval van een
aansluiting
op
de
(FWXV).
▪
2: 2
contacten: De gebruikte externe
kamerthermostaat een gescheiden verwarm-/
koelthermo AAN/UIT-staat kan sturen. De
kamerthermostaat is aangesloten op 2 digitale
ingangen (X2M/35 en X2M/34).
Selecteer deze waarde in het geval van een
aansluiting op bedrade multizonebedieningen
(zie
"5.2.2 Mogelijke
4
binnenunit"
[
kamerthermostaten (EKRTWA) of draadloze
kamerthermostaten (EKRTR1)
warmtepompconvector
opties
voor
de
28]),
bedrade
ERGA04~08EA + EHVZ04+08S18+23EA
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1A – 2021.11