5
|
Over de units en opties
5.2.3 Mogelijke combinaties van binnenunit en buitenunit
Uitgebreide handleiding voor de installateur
30
▪
De installatiehandleiding van de warmtepompconvector
▪
De installatiehandleiding van de opties voor warmtepompconvectoren
▪
Het bijlageboek voor optionele uitrustingen
WLAN-module (BRP069A71)
Een WLAN-houder (deze moet in de MMI worden gestoken) wordt geleverd als
toebehoren van de binnenunit. Als alternatief (als het signaal bijvoorbeeld zwak is)
kunt u de optionele draadloze LAN-module installeren BRP069A71.
Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de WLAN-module en
het bijlageboek voor optionele uitrustingen.
Interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA) gebruikt als kamerthermostaat
▪
De interface voor menselijk comfort (HCI – human comfort interface) die als
kamerthermostaat gebruikt wordt, kan alleen worden gebruikt in combinatie met
de op de binnenunit aangesloten gebruikersinterface.
▪
De interface voor menselijk comfort (HCI) die als kamerthermostaat wordt
gebruikt, moet in de kamer worden geplaatst waarvan u de temperatuur wenst
te regelen.
Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing van
de interface voor menselijk comfort (HCI) als kamerthermostaat en het bijlageboek
voor optionele uitrustingen.
Smart Grid-relaiskit (EKRELSG)
De installatie van de optionele Smart Grid-relaiskit is nodig in geval van Smart Grid-
hoogspanningscontacten (EKRELSG).
Voor installatie-instructies, zie
Binnenunit
EHVZ04
EHVZ08
"9.3.11 Een Smart Grid
Buitenunit
ERGA04
O
—
4
aansluiten" [
117].
ERGA06
ERGA08
—
—
O
O
ERGA04~08EA + EHVZ04+08S18+23EA
Daikin Altherma 3 R F
4P629093-1A – 2021.11