▪ Plafondopening en unit:
▪ Controleer of de plafondopening binnen de volgende limieten
valt:
Minimum: 585 mm zodat de unit erin past.
Maximum: 660 mm in het geval van installatie met BYFQ60B
en 595 mm in het geval van installatie met BYFQ60C zodat het
sierpaneel voldoende overlapt met het verlaagd plafond. Als de
plafondopening groter is, moet u extra plafondmateriaal
aanbrengen.
▪ Controleer of de unit en de ophangbeugels in het midden van
de plafondopening hangen.
350
a
b
c
533
d
575
A
B
A
585~660 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
585~595 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
B
700 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
620 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
a
Afvoerleidingen
b
Koelmiddelleiding
c
Afstand ophangbeugel (ophanging)
d
Unit
A
B
C
A
Plafondopening
B
Afstand tussen de unit en de plafondopening
C
Overlapping tussen het sierpaneel en het verlaagd plafond
▪ Waterpas. Controleer met behulp van een waterpas of een plastic
buis met water of de unit op alle 4 hoeken waterpas staat.
a
b
b
a
Waterpas
b
Plastic buis
c
Waterpas
FFA25~60A2VEB
Split-systeem airconditioners
4P456960-1 – 2017.03
(mm)
Dan
Als A
B
C
BYFQ60B
585 mm
5 mm
57,5 mm
(= min.)
660 mm
42,5 mm
20 mm
(= max.)
BYFQ60C
585 mm
5 mm
17,5 mm
(= min.)
595 mm
10 mm
12,5 mm
(= max.)
c
OPMERKING
Installeer de unit NIET scheef. Mogelijk gevolg: Als de
unit tegen de richting van de condenswaterstroom in
scheef hangt (de kant van de afvoerleidingen hangt hoger),
kan de werking van de vlotterschakelaar verstoord raken
en kan er water gaan lekken.
5.1.3
Richtlijnen bij de installatie van de
afvoerleiding
Zorg ervoor dat het condenswater goed kan worden afgevoerd. Dit
omvat:
▪ Algemene richtlijnen
▪ Koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit
▪ Controleren op waterlekken
Algemene richtlijnen
▪ Leidinglengte. Houd de afvoerleiding zo kort mogelijk.
▪ Leidingmaat. De leidingmaat moet gelijk aan of groter dan de
verbindingsleiding zijn (plastic buis met een nominale diameter
van 25 mm en buitendiameter van 32 mm).
▪ Helling. De afvoerleiding moet afhellen (minstens 1/100) om te
voorkomen dat er lucht in de leiding blijft zitten. Gebruik
hangstaven zoals afgebeeld.
1~1.5 m
a
Ophangstaaf
O
Toegelaten
X
Niet toegelaten
▪ Condensatie. Neem maatregelen tegen condensatie. Isoleer de
volledige afvoerleiding in het gebouw.
▪ Stijgleiding. Indien nodig kunt u een stijgleiding installeren om in
een helling te voorzien.
▪ Helling afvoerslang: 0~75 mm om belasting op de leiding en
luchtbellen te voorkomen.
▪ Stijgleiding: ≤300 mm van de unit, ≤630~675 mm (afhankelijk
van het gebruikte sierpaneel) loodrecht op de unit.
a
b
≤300
a
b
A
≤645 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
≤630 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
B
205 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
220 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
a
Metalen klem (accessoire)
b
Afvoerslang (accessoire)
c
Stijgende afvoerleiding (plastic buis met een nominale
diameter van 25 mm een buitendiameter van 32 mm)
(lokaal te voorzien)
d
Ophangstaven (lokaal te voorzien)
▪ Afvoerleidingen combineren. Afvoerleidingen kunnen worden
gecombineerd. Gebruik afvoerleidingen en T-stukken met de
juiste diameter voor de werkingscapaciteit van de units.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5 Installatie
a
1000~1500
c
d
d
(mm)
7