4 Voorbereiding
4
Voorbereiding
4.1
De installatieplaats voorbereiden
4.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70 dBA.
VOORZICHTIG
Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor
commerciële als kleinindustriële toepassingen.
▪ Afstand. Let op de volgende vereisten:
a
A
≥1500
≥1500
≥2000
A
Minimumafstand tot de muur
B
Minimum- en maximumafstand tot de vloer (zie hieronder)
C
≥295 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B
≥300 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C
a
Binnenunit
b
Verlichting (op de afbeelding ziet u plafondverlichting, maar
verzonken verlichting is ook toegestaan)
c
Luchtventilator
d
Statisch volume (bijvoorbeeld: tafel)
▪ Minimum- en maximumafstand tot de vloer:
▪ Minimum: 2,5 m om onopzettelijk aanraken te voorkomen.
▪ Maximum: Afhankelijk van de luchtuitblaasrichtingen en de
capaciteitsklasse. Controleer ook of de lokale instelling
"Plafondhoogte" juist is ingesteld. Zie Lokale instellingen.
5
Installatie
5.1
De binnenunit monteren
5.1.1
Voorzorgen bij het monteren van de
binnenunit
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6
b
c
a
d
≥4000
(mm)
5.1.2
Richtlijnen bij de installatie van de
binnenunit
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding
van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan.
Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het
gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te
installeren.
▪ Sierpaneel. Installeer het sierpaneel altijd nadat u de unit hebt
geïnstalleerd.
▪ Sterkte van het plafond. Controleer of het plafond sterk genoeg
is om het gewicht van de unit te kunnen dragen. Als er enig risico
bestaat, versterk dan eerst het plafond en installeer dan pas de
unit.
▪ Gebruik bij een bestaand plafond ankers.
▪ Gebruik bij een nieuw plafond verzonken inzetstukken,
verzonken ankers of andere lokaal voorziene onderdelen.
A
50~100 mm
a
Plafondtegel
b
Anker
c
Lange moer of koppelingsschroef
d
Ophangbout
e
Verlaagd plafond
▪ Ophangbouten. Gebruik M8~M10 ophangbouten voor de
montage. Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout.
Bevestig de bout goed met een moer en vulring aan de boven- en
onderzijde van de ophangbeugel.
533
(mm)
a1
Moer (lokaal te voorzien)
a2
Dubbele moer (niet meegeleverd)
b
Pakkingring (accessoires)
c
Ophangbeugel (bevestigd aan de unit)
▪ Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking).
Gebruik het schemablad om de juiste horizontale positie te
bepalen. U vindt hierop de nodige afmetingen en middelpunten. U
kunt het schemablad op de unit bevestigen.
a
b
a
Midden van de unit
b
Midden van de plafondopening
c
Schemablad voor montage (bovenste deel van verpakking)
d
Schroeven (accessoires)
a
b
c
d
e
4×
a1
b
c
b
a2
c
d
FFA25~60A2VEB
Split-systeem airconditioners
4P456960-1 – 2017.03