Daikin FFA25A2VEB Montagehandleiding En Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails
Zie ook voor FFA25A2VEB:
Gerelateerde Handleidingen voor Daikin FFA25A2VEB
Samenvatting van Inhoud voor Daikin FFA25A2VEB
- Pagina 1 Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing Split-systeem airconditioners FFA25A2VEB FFA35A2VEB Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing FFA50A2VEB Nederlands Split-systeem airconditioners FFA60A2VEB ...
- Pagina 2 3P480520-1A...
-
Pagina 3: Inhoudsopgave
Inhoud 12.1 Werkingsgebied................16 Inhoud 12.2 Gebruik van het systeem............17 12.2.1 Over het gebruik van het systeem ....... 17 12.2.2 Over koelen, verwarmen, alleen ventileren en automatische werking ..........17 1 Over de documentatie 12.2.3 Over verwarmen ............17 Over dit document .............. -
Pagina 4: Voor De Installateur
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat: Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. ▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid: De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen. -
Pagina 5: Systeemlay-Out
3 Over de units en opties Buitenunits Koelen Verwarmen Buitenunits Koelen Verwarmen 3MXS40~68 Buitentemperat – – RZAG71~140 Buitentemperat – – 10~46°C droge 15~24°C droge 20~52°C droge 19,5~21°C drog 4MXS68~80 e bol 5MXS90 –16~18°C natte – 20~15,5°C natt e bol Binnentempera 18~32°C droge 10~30°C droge tuur Binnentempera 18~37°C droge 10~27°C droge tuur RZQG71~140 Buitentemperat... -
Pagina 6: Voorbereiding
4 Voorbereiding 5.1.2 Richtlijnen bij de installatie van de Voorbereiding binnenunit De installatieplaats voorbereiden INFORMATIE Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan. 4.1.1 Vereisten inzake de plaats waar de Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het binnenunit geïnstalleerd wordt gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te installeren. -
Pagina 7: Richtlijnen Bij De Installatie Van De Afvoerleiding
5 Installatie ▪ Plafondopening en unit: OPMERKING ▪ Controleer of de plafondopening binnen de volgende limieten Installeer de unit NIET scheef. Mogelijk gevolg: Als de valt: unit tegen de richting van de condenswaterstroom in scheef hangt (de kant van de afvoerleidingen hangt hoger), Minimum: 585 mm zodat de unit erin past. -
Pagina 8: Afvoerleiding Aansluiten Op De Binnenunit
5 Installatie (mm) ≤645 mm: In het geval van installatie met BYFQ60B ≤630 mm: In het geval van installatie met BYFQ60C T-stuk Afvoerleiding aansluiten op de binnenunit OPMERKING Een slechte aansluiting van de afvoerslang kan lekken veroorzaken schade berokkenen installatieruimte en de omgeving. 1 Duw de afvoerslang zo ver mogelijk over de aansluiting van de Deksel besturingskast afvoerleiding. -
Pagina 9: De Koelmiddelleiding Aansluiten
5 Installatie De koelmiddelleiding aansluiten Leidingmaat Aanhaalmome Flareafmetinge Flarevorm (mm) nt (N•m) n (A) (mm) (mm) 90° ±2 GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN Ø6,4 15~17 8,7~9,1 Ø9,5 33~39 12,8~13,2 Ø12,7 50~60 16,2~16,6 5.2.1 Over het aansluiten van de R=0.4~0.8 koelmiddelleidingen Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten 5.2.4... -
Pagina 10: Koelmiddelleiding Op De Binnenunit Aansluiten
5 Installatie ▪ Doorblazen met stikstof bij het hardsolderen voorkomt belangrijke OPMERKING afzettingen van een geoxideerde filmlaag op de binnenkant van Zorg ervoor dat de hele koelmiddelleiding is geïsoleerd. de leiding. Deze filmlaag heeft een nadelige invloed op de Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken. kleppen en compressoren in het koelsysteem en voorkomt een goede werking. -
Pagina 11: Specificaties Van De Standaardcomponenten Van De Bedrading
6 Configuratie 1~ 50 Hz 5.3.4 Specificaties van de 220-240 V standaardcomponenten van de bedrading Component Specificatie Verbindingskabel (binnen↔buiten) Minimum kabeldoorsnede van 2,5 mm² en geschikt voor 230 V Kabel gebruikersinterface Plastic snoeren met mantel van 0,75 tot 1,25 mm² of kabels (2-aderige draden) Maximum 500 m 5.3.5 Elektrische bedrading aansluiten op de... -
Pagina 12: Inbedrijfstelling
7 Inbedrijfstelling Overzicht: Inbedrijfstelling In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen. Typische werkstroom Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: Luchtuitblaas in alle richtingen 3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten) (optionele De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling"... -
Pagina 13: Checklist Voor De Inbedrijfstelling
7 Inbedrijfstelling WAARSCHUWING Actie Verwijder het steeldeksel en draai de klep met een Als de panelen van de binnenunits nog niet geïnstalleerd zeskantsleutel volledig linksom om de vloeistofafsluiter zijn, moet u de voeding na het proefdraaien uitschakelen. (A) en de gasafsluiter (B) te openen. Schakel hiervoor systeem... -
Pagina 14: Foutcodes Bij Het Proefdraaien
Druk. Het thuismenu wordt weergegeven. Technische gegevens ▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). 5 Stop het proefdraaien. ▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op Actie Resultaat het Daikin-extranet (authenticatie vereist). -
Pagina 15: Legenda Van Het Geünificeerd Bedradingsschema
9 Technische gegevens Bedradingsschema Legenda van het geünificeerd bedradingsschema Voor de toegepaste onderdelen en de nummering, raadpleeg de meegeleverde sticker met het bedradingsschema op de unit. De nummering van de onderdelen wordt voor elk onderdeel in Arabische cijfers in stijgende volgorde opgesteld en wordt in het overzicht onderaan met het symbool "*" in de code van het onderdeel weergegeven. STROOMONDERBREKER AARDING VERBINDING... -
Pagina 16: Voor De Gebruiker
10 Over het systeem Voor de gebruiker Voor meer informatie over gebruikersinterface, Over het systeem gebruiksaanwijzing van de geïnstalleerde gebruikersinterface. De binnenunit van deze split-systeemairconditioner kan worden gebruikt voor toepassingen met verwarmen/koelen. Bediening OPMERKING Gebruik het systeem niet voor andere doeleinden. Gebruik 12.1 Werkingsgebied de unit niet voor het koelen van precisie-instrumenten,... -
Pagina 17: Gebruik Van Het Systeem
12 Bediening Buitenunits Koelen Verwarmen Buitenunits Koelen Verwarmen RZQG71~140 Buitentemperat – – RZASG71~140 Buitentemperat – – 15~50°C droge 19~21°C droge 15~46°C droge 14~21°C droge – – 20~15,5°C natt 15~15,5°C natt e bol e bol Binnentempera 18~37°C droge 10~27°C droge Binnentempera 20~37°C droge 10~27°C droge tuur tuur 12~28°C natte 14~28°C natte RZQSG71~140 Buitentemperat –... -
Pagina 18: Gebruik Van Het Ontvochtigingsprogramma
13 Onderhoud en service ▪ De stand van de luchtstroomklep wordt automatisch ingesteld. Verwarmen ▪ De gebruiker stelt de luchtstroomrichting in. Alleen ventileren ▪ Automatische en gewenste stand 2 Druk op de AAN/UIT-knop van de gebruikersinterface. Gevolg: Het bedrijfslampje licht op en het systeem begint te werken. WAARSCHUWING Raak nooit de luchtuitlaat of horizontale bladen aan terwijl 12.3... -
Pagina 19: Luchtfilter, Aanzuigrooster, Luchtuitblaas En Buitenpanelen Reinigen
13 Onderhoud en service 7 Druk op de knop FILTER SIGN RESET. 13.1 Luchtfilter, aanzuigrooster, Gevolg: De aanduiding TIME TO CLEAN AIR FILTER luchtuitblaas en buitenpanelen verdwijnt van de gebruikersinterface. reinigen 13.1.2 Aanzuigrooster reinigen 13.1.1 Luchtfilter reinigen OPMERKING Wanneer het luchtfilter reinigen: Gebruik GEEN water van 50°C of warmer. -
Pagina 20: Luchtuitblaas En Buitenpanelen Reinigen
13 Onderhoud en service 4 Reinig het aanzuigrooster. Was het met een zachte borstel en Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 2087,5 water of een neutraal reinigingsmiddel. Als het aanzuigrooster OPMERKING erg vuil is, laat dan gedurende 10 minuten een typische keukenreiniger inwerken op het rooster, en was het dan met In Europa worden de broeikasgasemissies van de totale water. -
Pagina 21: Aanbevolen Onderhouds- En Inspectiecycli
14 Opsporen en verhelpen van storingen Vermeld altijd de volgende informatie wanneer u uw dealer om 13.5.4 Verkorte onderhouds- en een interventie vraagt: vervangingscycli ▪ De volledige modelnaam van de unit. De volgende omstandigheden kunnen aanleiding geven tot een ▪ Het fabricagenummer (vermeld op het naamplaatje van de unit). kortere "onderhoudscyclus"... -
Pagina 22: Symptomen Die Geen Storingen Van Het Systeem Zijn
14 Opsporen en verhelpen van storingen 14.1.1 Symptoom: Het systeem werkt niet Storing Maatregel Als een beveiliging zoals een zekering, Schakel de hoofdvoeding ▪ De airconditioner start niet meteen nadat u op de AAN/UIT-knop onderbreker of aardlekschakelaar vaak uit. van de gebruikersinterface drukt. Als het bedrijfslampje brandt, is in werking treedt, of als de AAN/UIT- toestand van het systeem normaal. -
Pagina 23: Symptoom: De Airconditioners Maken Lawaai (Binnenunit, Buitenunit)
15 Verplaatsen ▪ Er is een constant "shah" geluid hoorbaar wanneer het systeem worden. units moeten voor hergebruik, recyclage koelt of stilstaat. Dit geluid wordt geproduceerd wanneer de terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden afvoerpomp draait. behandeld. ▪ Er is een "pishi-pishi" knarsend geluid hoorbaar wanneer het systeem stopt na het verwarmen. - Pagina 24 4P456960-1 2017.03...