Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
(3) Bij rijden over niveauverschillen, slecht wegdek, hellingen:
- Nooit rijden met een inclinatiehoek die horizontaal of hoger is, ongeacht de hoogte van
het verlengstuk van de mast. Zelfs een kleine onregelmatigheid in het wegdek kan een
enorme invloed hebben op de stabiliteit van de machine. Dit kan leiden tot een ernstig
ongeval, zoals bv. het kantelen van de machine of een platformoperator die gekneld
raakt tussen de machine (kooi of chassis) en een constructie.
- Als het rijden onvermijdelijk is voor bv. een machinetransfer, let dan voldoende op
volgende aandachtspunten.
[1] Rijd met volledig ingeklapte mast.
[2] Plaats de keuzeschakelaar voor rijmodus op "Laag".
[3] Let op de gebouwen en dergelijke aan de boven- en onderkant van het platform bij het
oprijden/afdalen van een helling.
[4] Rijd nooit met de machine met gehesen mast, anders bestaat het risico dat de
machine kantelt, zelfs bij een kleine onregelmatigheid of niveauverschil of bij het
betreden van een steile helling.
11. Voorzichtig bij tanken
- Gebruik diesel. Deze machine is uitgerust met een dieselmotor. Gebruik voor het tanken JIS
Grade 2 (normaal)/JIS Grade 3 (koude omgevingen).
- Indien andere brandstof gebruikt wordt, kan de gebruiker van de machine beboet worden.
- U kunt verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele kosten die gemaakt worden voor
reparaties.
- Leg de motor af voor het tanken en voorkom het mengen van stof en water.
- Mors geen brandstof op de machine en laat de brandstoftank niet overlopen. Dit kan brand
veroorzaken. Als er brandstof gemorst is, verwijder dan de volledige carter van de machine en
was de brandstof weg/veeg de brandstof af met een doek.
12. Voorzichtig bij lassen
- De machine is niet geïsoleerd. Laswerken kunnen kritieke schade toebrengen aan de machine,
isoleer de machine dus goed en volg onderstaande richtlijnen bij het lassen:
(1) Verbind de aardkabel van de lastoorts nooit met het chassis van de hoogwerker.
(2) De machine mag niet in contact komen met een structuur waaraan wordt gelast.
(3) Laat een lastoorts nooit in contact komen met de kooi, noch met het chassis.
(4) Schakel de stroom van het lasapparaat altijd uit bij het verlaten van de werkplaats.
！
gevaar
！
Waarschuwing
！
waarschuwing
21
(1 Veiligheid)
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
