Inhoudsopgave
Advertenties
Telefoon vergrendelen
en ontgrendelen
U kunt handmatig de telefoon vergrendelen
om te voorkomen dat toetsen onbedoeld
worden ingedrukt.
Als u de telefoon wilt vergrendelen, houdt u
X ingedrukt totdat het Snelmenu wordt
geopend. Selecteer vervolgens Vergrendelen.
Het label van de linkersoftwaretoets wordt
Ontgrendelen.
Als u de telefoon wilt ontgrendelen, drukt u
op Ontgrendelen en voert u uw wachtwoord in.
De telefoon gebruikt * als u geen
wachtwoord hebt ingesteld.
Wijzig uw wachtwoord om te voorkomen
dat anderen uw telefoon gebruiken:
Druk in het beginscherm op Start > Instellingen
> Beveiliging > Apparaatblokkering
40
Basisprincipes
1 Schakel het selectievakje
Bericht indien apparaat niet gebruikt gedurende in en
selecteer na hoeveel tijd de telefoon bij
geen gebruik automatisch moet worden
vergrendeld.
2 Kies een eenvoudig wachtwoord (een
getal van vier cijfers) of een sterk
alfanumeriek wachtwoord (een moeilijk
te raden wachtwoord dat uit minimaal
zeven tekens bestaat en hoofdletters,
kleine letters, cijfers en leestekens
bevat).
3 Voer uw wachtwoord in en bevestig dit.
4 Druk op Gereed.
Als de telefoon is vergrendeld, drukt u op
Ontgrendelen om de telefoon te ontgrendelen.
Voer uw wachtwoord in en druk op
Ontgrendelen.
Tip: zorg dat u uw wachtwoord niet
kwijtraakt. Zonder uw wachtwoord kunt u
de telefoon wel opnieuw instellen, maar dan
gaan wel al uw persoonlijke instellingen en
inhoud in het telefoongeheugen verloren.
Als u een harde reset wilt uitvoeren, houdt u
de toetsen * en E gedurende vijf seconden
ingedrukt terwijl u de telefoon inschakelt.
Opmerking: als de telefoon is vergrendeld,
kunt u wel alarmnummers bellen (zie
pagina 50). Een vergrendelde telefoon geeft
nog wel beltonen en/of trilsignalen bij
inkomende gesprekken of berichten. U hoeft
de telefoon echter niet te ontgrendelen om
deze te beantwoorden.
Basisprincipes
41
Advertenties
Inhoudsopgave
