Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bandenspanning Controleren; Vloeistofniveaus Controleren; Algemeen Overzicht Van De Machine; Bedieningsorganen - Toro Groundsmaster 360 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 360:
Inhoudsopgave

Advertenties

2

Bandenspanning controleren

Geen onderdelen vereist
Procedure
De banden worden in de fabriek opzettelijk te hard
opgepompt. U moet daarom voor gebruik wat lucht
laten ontsnappen om de luchtdruk te verminderen. De
juiste bandendruk voor modellen zonder cabine is 15 psi
in de voorste banden en 25 psi in de achterste. Als de
machine over een cabine beschikt, dienen zowel de voor-
als de achterbanden opgepompt te worden tot 25 psi.
3

Vloeistofniveaus controleren

Geen onderdelen vereist
Procedure
1. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof vóór
het starten van de motor; zie Peil van de hydraulische
vloeistof controleren in het hoofdstuk Onderhoud.
2. Controleer het motoroliepeil vóór en na het starten
van de motor, zie Motoroliepeil controleren in het
hoofdstuk Onderhoud.
3. Controleer het peil van de koelvloeistof vóór
het starten van de motor; zie Het koelsysteem
controleren in het hoofdstuk Onderhoud.
Algemeen overzicht
van de machine

Bedieningsorganen

Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
voordat u de motor start en de machine gebruikt.
Tractiepedaal
Het tractiepedaal (Figuur 4) regelt de beweging vooruit
en achteruit. Om vooruit te rijden, moet u de bovenkant
van het pedaal intrappen en om achteruit te rijden de
onderkant van het pedaal. De rijsnelheid hangt af van
hoever het pedaal wordt ingetrapt. Voor de maximale
rijsnelheid zonder belasting trapt u het pedaal volledig
in terwijl de gashendel op Snel staat.
Om te stoppen, laat u het tractiepedaal opkomen en
weer terugkeren in de middelste stand.
1. Parkeerrem
2. Rempedaal
3. Pedaal voor
stuurverstelling
Begrenzer voor maaisnelheid
U kunt de hendel die de maaisnelheid begrenst (Figuur 4)
naar voren brengen om de tractiesnelheid tijdens bedrijf
te beperken.
Rempedaal
Om de parkeerrem in- en uit te schakelen gebruikt u
het rempedaal samen met de vergrendeling van het
rempedaal (Figuur 4). Om de machine te stoppen, laat
17
Figuur 4
4. Tractiepedaal
5. Begrenzer voor
maaisnelheid

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave