Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Bedieningshandleiding pagina 133

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

®
VLT
AutomationDrive FC 300
High Power Bedieningshandleiding
mon. De klemmen 1, 3, 5 van MCB 109 op signalen, klem 2,4,
6 common.
Controleer of de programmering van de omvormer en de scha-
kelinstellingen overeenkomen met het analoge signaaltype.
Voer een ingangsklemsignaaltest uit.
WAARSCHUWING/ALARM 3, Geen motor
Er is geen motor aangesloten op de uitgang van de frequentieomvormer.
Deze waarschuwing of dit alarm verschijnt alleen wanneer dit door de
gebruiker is ingesteld in par. 1-80 Functie bij stop.
Probleem verhelpen: controleer de aansluiting tussen de omvormer en
de motor.
WAARSCHUWING/ALARM 4, Faseverlies netvoeding
Aan de voedingszijde ontbreekt een fase of de onbalans in de netspan-
ning is te hoog. Deze melding verschijnt ook als er een fout optreedt in
de ingangsgelijkrichter op de frequentieomvormer. Opties worden ge-
programmeerd via par. 14-12 Functie bij inbalans netsp.
Probleem verhelpen: controleer de voedingsspanning en voedings-
stromen naar de frequentieomvormer.
WAARSCHUWING 5, DC-tussenkringspanning hoog
De tussenkringspanning (DC) is hoger dan de waarschuwingslimiet voor
hoge spanning. De limiet hangt af van de nominale spanning van de om-
vormer. De frequentieomvormer is nog steeds actief.
WAARSCHUWING 6, DC-tussenkringspanning laag:
De tussenkringspanning (DC) is lager dan de waarschuwingslimiet voor
lage spanning. De limiet hangt af van de nominale spanning van de om-
vormer. De frequentieomvormer is nog steeds actief.
WAARSCHUWING/ALARM 7, DC-overspanning
Als de tussenkringspanning hoger is dan de overspanningsbegrenzing
schakelt de frequentieomvormer na een bepaalde tijd uit.
Probleem verhelpen:
Sluit een remweerstand aan
Verleng de aan/uitlooptijd.
Wijzig het type ramp
Activeer functies in Par. 2-10
Toename Par. 14-26
Uitschakelvertraging bij inverterfout
WAARSCHUWING/ALARM 8, DC-onderspanning
Als de tussenkringspanning (DC) lager wordt dan de limiet voor lage
spanning zal de frequentieomvormer controleren of de 24 V-reservevoe-
ding is aangesloten. Als geen 24 V-reservevoeding is aangesloten, scha-
kelt de frequentieomvormer uit na een vaste vertragingstijd. Deze
vertragingstijd hangt af van de eenheidgrootte.
Probleem verhelpen:
Controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de span-
ning van de frequentieomvormer.
Voer een ingangsspanningstest uit
Voer een soft-charge en gelijkrichtercircuittest uit
WAARSCHUWING/ALARM 9, Omvormer overbelast
De frequentieomvormer staat op het punt van uitschakeling wegens
overbelasting (te hoge stroom gedurende een te lange tijd). De teller voor
de thermo-elektronische inverterbeveiliging geeft een waarschuwing bij
98% en schakelt uit bij 100%, waarbij een alarm wordt gegenereerd. De
frequentieomvormer kan niet worden gereset totdat de teller onder de
90% is gezakt.
Remfunctie
MG.33.U3.10 – VLT
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
6 Waarschuwingen en alarmen
De fout is dat de frequentieomvormer gedurende een te lange tijd voor
meer dan 100% is overbelast.
Probleem verhelpen:
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op het LCP-toetsen-
bord met de nominale stroom van de omvormer.
Vergelijk de aangegeven uitgangsstroom op het LCP-toetsen-
bord met de gemeten motorstroom.
Laat de thermische belasting op de omvormer op het toetsen-
bord weergeven en houd de waarde in de gaten. Wanneer de
stroom hoger is dan de nominale continustroom van de omvor-
mer moet de teller omhoog gaan. Wanneer de stroom lager is
dan de nominale continustroom van de omvormer moet de teller
omlaag gaan.
NB Zie de sectie over reductie in de Design Guide voor meer informatie
in het geval dat er een hoge schakelfrequentie is vereist.
WAARSCHUWING/ALARM 10, Overtemperatuur motor-ETR
De thermo-elektronische beveiliging (ETR) geeft aan dat de motor te
warm is. In Par. 1-90
Therm. motorbeveiliging
de frequentieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven
wanneer de teller 100% bereikt. De fout is dat de motor gedurende een
te lange tijd voor meer dan 100% is overbelast.
Probleem verhelpen:
Controleer of de motor oververhit raakt.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of motorPar. 1-24
Controleer of de motorparameters 1-20 tot 1-25 juist zijn inge-
steld.
Controleer de instelling van par. 1-91 Ext motor-ventilator.
Voer een AMA uit via par. 1-29.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorthermis-
tor
De
thermistor
of
de
thermistoraansluiting
Therm. motorbeveiliging
Par. 1-90
kan worden ingesteld of de frequen-
tieomvormer een waarschuwing of een alarm moet geven wanneer de
teller 100% bereikt.
Probleem verhelpen:
Controleer of de motor oververhit raakt.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of de thermistor juist is aangesloten tussen klem 53
of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10 V-voeding),
of tussen klem 18 of 19 (digitale ingang, alleen PNP) en klem
50.
Als er een KTY-sensor wordt gebruikt, moet u controleren op
een juiste aansluiting tussen klem 54 en 55.
Controleer bij gebruik van een thermische schakelaar of ther-
mistor of de instelling van par. 1-93 overeenkomt met de sen-
sorbedrading.
Controleer bij gebruik van een KTY-sensor of de instelling van
par. 1-95, 1-96 en 1-97 overeenkomt met de sensorbedrading.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in Par. 4-16
grenzing motormodus
(bij motorwerking) of Par. 4-17
generatormodus
(bij generatorwerking). Par. 14-25 kan worden gebruikt
kan worden ingesteld of
Motorstroom
juist is ingesteld.
is
ontkoppeld.
In
Koppelbe-
Koppelbegrenzing
6
129

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave