Inhoudsopgave
Advertenties
2.4
Glossarium van Termen
•
Achtergrondverlichting: De achtergrondverlichting van het LCD-scherm heeft drie door de gebruiker instelbare
parameters. De helderheid, het contrast en de duur van inactiviteit die de automatische uitschakeling activeert,
kunnen individueel worden ingesteld binnen de beschikbare limieten.
Foutafhandeling: De manier waarop verschillende XMT1000-uitgangen reageren op automatisch gegenereerde
•
systeemfouten kan door de gebruiker worden ingesteld door de opties in een vervolgkeuzelijst te selecteren.
•
Frequentie-uitvoer: In de frequentiemodus genereert de digitale uitvoer een puls met een frequentie die
evenredig is met de grootte van de gemeten flowparameter (bijv. 10 Hz = 1ft
•
HART: HART is een serieel communicatieprotocol dat wordt gebruikt voor industriële automatisering. Het
belangrijkste voordeel is dat het kan communiceren via analoge instrumentatiestroomlussen van 4-20 mA via
het paar draden dat wordt gebruikt door het alleen analoge hostsysteem.
K-factor: Om de XMT1000 te kalibreren tegen een referentiewaarde, moet er mogelijk een correctiefactor
•
worden toegepast op de ruwe stroomsnelheidsmetingen. Deze
tabel met K-factor versus snelheidswaarden.
•
lus aangedreven: Analoge apparaten met lusvoeding gebruiken de stroom die door de meter zelf wordt
geleverd in plaats van door een externe voeding. Dit resulteert in een eenvoudige 2-draads verbinding
tussen de meter en het externe apparaat.
Massastroom: Massastroom is de vloeistofmassa die het meetpunt in een bepaalde tijd passeert. Deze
•
waarde wordt door de meter berekend uit de gemeten stroomsnelheid en de geprogrammeerde leiding- en
vloeistofparameters.
Modbus: Modbus is een serieel communicatieprotocol ontwikkeld door Modicon
•
programmeerbare logische controllers. Het is een methode die wordt gebruikt voor het verzenden van
informatie over seriële lijnen tussen elektronische apparaten.
•
Pulsuitgang: In de puls-/totalisatormodus genereert de digitale uitvoer een puls met een breedte die
overeenkomt met één eenheid van de gemeten flowparameter (bijv. 1 puls = 1 ft
•
Reynolds-correctie: Wanneer ingeschakeld, is een factor gebaseerd op de
stroomsnelheid
van de vloeistof toegepast op alle metingen. Reynolds-correctie moet voor de meeste
toepassingen Aan staan.
•
Instellingen seriële poort: Wanneer de seriële poort van de XMT1000 is aangesloten op een extern serieel
apparaat, vindt communicatie tussen de twee apparaten alleen plaats als de instellingen van de seriële
poort van de twee apparaten overeenkomen. Deze instellingen omvatten:
pariteit
en
.
Speciale omvormer: Als uw transducer geen nummer op de behuizing heeft gegraveerd, selecteert u SPECIAL
•
in het menu Transducernummer.
Tw: De TW-parameter is de tijd die het transducersignaal door het transducerlichaam en de transducerkabel
•
reist. Deze waarde moet worden afgetrokken van de totale signaaltransittijd om de werkelijke signaaltransittijd
alleen door de vloeistof te berekenen.
•
Totalisator: De totalisator verzamelt een lopend totaal van de hoeveelheid vloeistof die het meetpunt passeert
tussen gespecificeerde start- en stoptijden.
Volgvenster: Het volgvenster wordt gebruikt om het ontvangstsignaal te detecteren wanneer u niet zeker
•
bent van de vloeiende geluidssnelheid. Voor de XMT1000 flowtransmitter is het volgvenster altijd AAN.
Nul grenswaarde: Wanneer het gemeten debiet lager is dan de
•
weergave geforceerd op 0,00. Dit is om snelle fluctuaties in de aflezing te voorkomen wanneer het debiet
bijna nul is.
2.5
Menu Kaarten
menukaarten
Gebruik de
• "Meetweergave Menuschema (Rev. 10)" op pagina 16
• "Main Menu Map (Rev. 10)" op pagina 17
• "SYSTEM-menuschema (Rev. 10)" op pagina 18
• "MAIN Board I/O-menustructuur (Rev. 10)" op pagina 19
• "OPTION Board Menuoverzicht (Rev. 10)" op pagina 20
• "SENSOR SETUP Menuschema (Rev. 10)" op pagina 21
PanaFlow™ XMT1000
in deze sectie om de gewenste XMT1000-functies te programmeren.
/ uur).
3
K-factor
kan een enkele constante zijn of een
voor gebruik met zijn
®
).
3
kinematische viscositeit
baudsnelheid
nulgrenswaarde
waarde, wordt de
Hoofdstuk 2. Programmeren
en de
,
databits
,
stopbits
,
15
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
