Stel de zijdelingse hoek van de klemkaken ten opzichte van de voorste buizen in. Stel de hoek van de klemkaken
•
ten opzichte van de rolstoelbuis in door schroef A te verdraaien. De klemkaken moeten de rolstoelbuis gelijkmatig
omsluiten wanneer de klemkaken in de gesloten stand staan. Doe dit aan beide kanten.
Opgelet! Het aanbevolen aandraaimoment voor bout A is 50 Nm (Newton).
Figuur 23. Veranderen van de zijwaartse hoek en diepte van de klemkaken.
Afstellen van de voorste hoek van de klemkaken ten opzichte van de voorste buizen van de rolstoel. Draai de
klemkaken zodat ze evenwijdig zijn met de rolstoelbuizen.
Instellen van de diepte van de klemkaken op ten opzichte van het apparaat. Pas de klemdiepte aan (bepaalt de
•
afstand van het apparaat tot de rolstoel) om voldoende ruimte te hebben tussen de knieën van de gebruiker en
het apparaat.
Figuur 25. Toont de diepte-instelling van het klemmechanisme ten opzichte van het apparaat
Versie 10/21
A
Figuur 24. Veranderen van de voorste hoek van de klemkaken.
B
Pagina 32 van 55
PAWS UM NL