De werking van de gazonmaaier instellen
Startpunten maaien
Startscherm
[1.Startpunten maaien]
De gazonmaaier rijdt naar dit punt langs
de begrenzingskabel; hij draait weg van de
begrenzingskabel en begint te maaien. U kunt de
gazonmaaier dan naar een gebied sturen welke
moeilijk bereikbaar is.
TIPS
Maak de afstand niet groter dan nodig is. De
maaitijd wordt hiermee gemaximaliseerd.
Stel in of de gazonmaaier
rechtsom of linksom langs de
begrenzingskabel moet rijden
om een startpunt te bereiken.
Stel de minimale en maximale
afstand tussen de gazonmaaier
en de begrenzingskabel
in bij het volgen van de
begrenzingskabel.
38
Menuscherm
[2. Tuin installatie]
J
[1.Punt 1] tot [5.Punt 5]
J
Star tpunt en m aaien
Punt
/
(0 – 50 m)
1
/
0 m
2
/
0 m
3
/
0 m
4
/
0 m
5
/
0 m
Startpunten maai en
Punt
Breedte
1
3 – 10
2
3 – 10
3
3 – 10
4
3 – 10
5
3 – 10
TEST
( 0 – 15)
[1.Auto modus]
J
1
Selecteer
(met de klok mee) of
(tegen de klok in), voer de waarden
voor de afstand tussen het laadstation
en het startpunt in gevolgd door het
percentage van de verhouding waarop de
gazonmaaier werkt.
Selecteer [VOLGENDE] en druk op de
2
toets H.
Voer de waarden van de breedte en de
3
hoek in en druk op de toets H.
OPMERKING:
- Door [TEST] te selecteren, kunt u
de instellingen van elk startpunt
vóór het maaien controleren. Voor
meer informatie raadpleegt u ʺTest
startpuntenʺ (M bladzijde 50).
Druk op de toets G om terug te gaan naar
4
het vorige scherm.
Stelt de afstand vanaf het
laadstation tot het beginpunt
voor maaien in.
40 %
Stel een bedrijfsverhouding
20 %
voor een gebied in als u vaker
10 %
vanaf een bepaald startpunt
10 %
wilt maaien.
20 %
Stel dit zodanig in dat het totaal
VOLGENDE
van alle percentages 100% is.
Stel bij het verlaten van de
begrenzingskabel de minimale
en maximale hoek in waarmee
van de begrenzingskabel moet
Hoek
worden uitgereden.
10 – 170
10 – 170
10 – 170
10 – 170
10 – 170
( 10' – 170' )
J