Afstand tot de begrenzingskabel wanneer de gazonmaaier richting de
startpunten uitrijdt:
De gazonmaaier beweegt willekeurig tussen de begrenzingskabel en de opgegeven waarde terwijl hij naar
het startpunt uitrijdt.
Lage waarde
Hoge waarde
Voorbeeldtabel doorgangsbreedte
Niveau instellen
Doorgangsbreedte
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
De hoek waarmee de gazonmaaier uitrijdt vanuit de begrenzingskabel:
De gazonmaaier rijdt naar dit punt langs de begrenzingskabel; hij draait weg van de begrenzingskabel en
begin te maaien.
U kunt de hoek (bereik) waarin de gazonmaaier uitrijdt, ten opzichte van de begrenzingskabel als de
maaier begint te maaien, als volgt instellen (de standaardwaarde is van 10° tot 170°):
Bereik
TIPS
Gebruik de hoek om te zorgen dat de gazonmaaier de maaigebieden in een rechte lijn bereikt in
plaats van extra startpunten te gebruiken.
Doorgangsbreedte: Vanaf begrenzingskabel
naar het midden van de gazonmaaier
10 cm
25 cm
30 cm
35 cm
40 cm
50 cm
60 cm
OPMERKING:
70 cm
- De sterkte van het signaal is afhankelijk van de
80 cm
geïnstalleerde lengte van de begrenzingskabel. Het veld
90 cm
wordt zwakker naarmate de begrenzingskabel langer is en
sterker met een kortere begrenzingskabel.
100 cm
- Als de waarde hoog is (voorkomt dit dat de maaier telkens
110 cm
hetzelfde pad volgt) en kunt u wielsporen in het gras voorkomen.
- De numerieke waarden van deze tabel zijn bedoeld als
120 cm
referentiepunten waarlangs de gazonmaaier in een rechte
130 cm
lijn terugkeert naar het laadstation.
140 cm
- De numerieke waarden kunnen variëren afhankelijk van
de praktische omstandigheden.
150 cm
Draad
Start
Eind
De werking van de gazonmaaier instellen
Smalle doorgang
Lage waarde
Waarde is te hoog
OPMERKING:
- Wanneer de waarde te hoog is, komt
de gazonmaaier mogelijk niet door de
smalle doorgang heen.
Begrenzingskabel
37