⓫ PATCH LOAD - EXTERNAL ZONE (B)
De parameters voor de External Zone - waarmee u externe MIDI apparatuur aanstuurt.
⓬ PATCH LOAD - DRAWBAR EFFECT (B)
De parameters voor Patch Level, Overdrive, Multi-Effecten, Equalizer.
⓭ PATCH LOAD - ANIMATION (B)
De parameters voor de Leslie en Vibrato effecten.
⓮ PATCH LOAD - REVERB (B)
De parameters voor de Reverb.
NOOT: Elke Patch Load parameter (B) is een Bank parameter - en geldt dus voor elke patch in de
huidige Bank.
Deze wordt opgeslagen zodra de waarde is ingesteld.
u PRESET TOETSEN
⓯ PRESET TOETS - HOLD (G)
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid tijd die nodig is om een Patch te laden als u een Preset
Toets ingedrukt houdt..
Het in te stellen bereik is 0.0 -- 1.0 [sec].
⓰ FAVORITE -SWITCH (G)
Hiermee bepaalt u of u wel of niet de Favorieten functie van de Preset Toets gebruikt.
OFF: De Preset Toets werkt zoals op de XK-3/XK-3c. Elke Preset Toets van C-C t/m A-A correspon-
deert met de Patches U00 -- U99 respectievelijk.
De Patch wordt opgeslagen als u op de Preset Toets drukt terwijl u de [RECORD] knop inge-
drukt houdt.
ON:
De Preset Toets roept de Patch op uit de Favorieten Tabel.
Als u op de Preset Toets drukt en de [RECORD] knop ingedrukt houdt wordt de Patch aan de
Preset toets toegewezen in de Favorieten Tabel.
u FAVORIETEN TABEL
Hiermee ziet u en verandert u de Patch onder elke Preset Toets. Dit is de Favorieten
Tabel.
⓱ UPPER BANK (G), ⓲ UPPER KEY (G), ⓳ UPPER PATCH (G)
⓴ LOWER BANK(G), ㉑ LOWER KEY (G), ㉒ LOWER
PATCH (G)
Selecteer eerst de BANK
gewenste Preset Toetsen en selecteer dan de PATCH
⓳
㉒
/
.
U kunt ook naar deze pagina's springen door een wille-
keurige Preset Toets [C] -- [A] een bepaalde tijd inge-
drukt te houden.
NOOT: "G" staat voor "Global". Deze parameters worden op-
geslagen tijdens het instellen, en gelden voor elke
Patch.
⓱
⓴
⓲
㉑
/
en KEY
/
van de
When Favorite is "OFF"
Bank A
Bank D
Bank C
Bank C
Patches
F99
F00
U99
U09
U08
U07
U06
U05
U04
U03
U02
U01
U00
Preset Keys
Een patch vastleggen:
To record a Patch:
[Bank] + Preset toets,
[BANK] + Preset Key,
[Record] + Preset toets
[RECORD] + Preset Key
Een Favorite toewijzen:
To assign a Favorite:
geen
None
When Favorite is "ON"
Bank A
Bank D
Bank C
Bank C
Patches
F99
A
F57
F56
B
F55
F54
F53
U14
U13
U12
U11
U10
U00
Preset Keys
Een patch vastleggen:
To record a Patch:
Druk op [RECORD},
Press [RECORD],
Selecteer Patch # met [VALUE},
Select Patch# by [VALUE],
and Press [ENTER]
en druk op [ENTER]
Een Favorite toewijzen:
To assign a Favorite:
Selecteer een Patch met [VALUE},
Select a Patch by [VALUE],
[BANK] + Preset Toets,
[BANK] + Preset Key,
[RECORD]+ Preset Toets
[RECORD] + Preset Key
71
A
B