㉙
u VIBRATO EN CHORUS
㉓ UPPER knop
Schakelt het Vibrato & Chorus aan voor het Upper deel. (P.
47)
㉔ LOWER knop
Schakelt de Vibrato & Chorus aan voor het Lower deel. (P.
47)
㉕ VIBRATO & CHORUS MODUS knop
Selecteer de Vibrato & Chorus diepte en bepaalt Vibrato óf
Chorus. (P. 47)
u DRAWBARS
Drawbars bepalen de harmonische klank van het orgel. (P.
42)
㉖ UPPER A < DRAWBARS
Deze Drawbars voor het Upper gedeelte zijn ingeschakeld als
❿
de
Preset Selector [UPPER] knop aan is en de
[A < ] is geselecteerd.
㉗ UPPER B DRAWBARS
Deze Drawbars voor het Upper gedeelte zijn ingeschakeld als
❿
de
Preset Selector [UPPER] knop aan is en de
[B] is geselecteerd.
㉘ PEDAL DRAWBARS
Deze Drawbars zijn voor het Pedal gedeelte.
㉙ LOWER A < DRAWBARS
Deze Drawbars voor Upper gedeelte zijn ingeschakeld als de
❿
Preset Selector [LOWER] knop aan is en de
[A < ] is geselecteerd.
㉚ LOWER B DRAWBARS
Deze Drawbars voor het Upper gedeelte zijn ingeschakeld als
❿
de
Preset Selector [LOWER] knop aan is en de
toets [B] is geselecteerd.
㉚
㉟ ㊱ ㊲ ㊳
㉛ ㉜ ㉝ ㉞
u PERCUSSIE
㉛ ON knop
Voegt percussie toe (decay=verval) aan het boven-klavier. (P.
46)
㉜ SOFT knop
Schakelt het percussie volume. (P. 46)
㉝ FAST knop
Schakelt de verval tijd van de percussie. (P. 46)
㉞ THIRD knop
Schakelt de toon tussen second (4´) en third (2 2/3´) percussie
(decay) voor het boven-klavier. (P. 46)
u MASTER EQUALIZER
㉟ BASS knop
Wijzigt de versterking van de bass frequenties. (P. 33)
㊱ MID FREQUENCY knop
⓭
Preset toets
Wijzigt de frequentie van het midden gebied. (P. 33)
㊲ MID GAIN knop
Wijzigt de versterking van het midden gebied. (P. 33)
⓭
Preset toets
㊳ TREBLE knop
Wijzigt de versterking van de hoge frequenties. (P. 33)
u EFFECTEN
㊴ OVERDRIVE ON knop
Schakelt de Overdrive (oversturing) in. (P. 48)
⓭
㊵ OVERDRIVE DEPTH
Preset toets
Wijzigt de diepte van de Overdrive. (P. 48)
㊶ EFFECT ON knop
Schakelt de Multi-Effecten in. (P. 50)
⓭
Preset
㊷ EFFECT AMOUNT knop
Bepaalt de hoeveelheid van de Multi-Effecten. (P. 50)
㊵
㊷
㊹
㊶
㊴
㊸
11