1
2
Figuur 17
1. Regelklep voor
gebruiksdosis
2. Vloeistofstroommeter
Vloeistofstroommeter
De vloeistofstroommeter meet de doorstroomhoeveel-
heid van de vloeistof die wordt gebruikt door het Spray
Pro™ systeem (Figuur 17).
Kleppen van spuitbomen
Met deze kleppen kunt u de drie spuitbomen in- of
uitschakelen (Figuur 17). Als u geen spuitboom hebt
gemonteerd of niet wilt dat er een spuitboom kan
worden ingeschakeld, kunt u elke klep met de hand
bedienen door de stekker in de klep los te trekken;
vervolgens draait u de knop op de klep naar rechts om
de klep buiten werking te stellen of naar links om deze
in werking te stellen.
Omloopkleppen van spuitbomen
De omloopkleppen van de spuitbomen leiden de
vloeistofstroom naar de tank als u de spuitbomen
uitschakelt. U kunt deze kleppen afstellen om ervoor
te zorgen dat de druk van de spuitbomen constant
blijft, ongeacht hoeveel spuitbomen zijn ingeschakeld.
Zie omloopkleppen van spuitbomen kalibreren in het
hoofdstuk Gebruiksaanwijzing.
Mengregelklep
Deze klep bevindt zich rechts van de tank (Figuur 18).
Draai de knop op de klep in de 9 uur om de inhoud
van de tank te mengen en op 3 uur om te stoppen met
mengen.
3
G0131
13
3. Kleppen van spuitbomen
1. Mengregelklep
Opmerking: Om te mengen, moet u de pomp
inschakelen en de motor stationair laten lopen. Als
u wilt gaan mengen, moet u de spuitmachine tot
stilstand brengen, de schakelhendel in de neutraalstand
zetten, de parkeerrem in werking stellen, het
gaspedaal volledig intrappen, de pomp aanzetten en
de motortoerentalbegrenzer van de neutraalstand
inschakelen.
22
Figuur 18
2. Drukmeter