Timer automatische uitschakeling
bereidingszone
Met deze functie kan de
automatische uitschakeling van
elke bereidingszone na een
bepaalde tijdsduur (van 1 tot 99
minuten) geprogrammeerd
worden.
1. Indien de bereidingszone niet is
geselecteerd, moet gelijktijdig op de
toetsen
en
zodat het opschrift
2. Druk opnieuw op de toetsen
(als er minstens één bereidingszone
geactiveerd is). Een lichtpuntje licht op
en geeft aan voor welke zone de tijd
wordt ingesteld.
3. De tijd voor de automatische uitschakeling
kan geselecteerd worden met behulp van
de toetsen
en
ingedrukt om sneller vooruit te gaan), of
kan nog een plaat geselecteerd worden
met de toetsen
Als de timer wordt geactiveerd
zonder dat een bereidingszone
geactiveerd is, gedraagt de timer
zich als een gewone kookwekker.
Gebruik
gedrukt worden
verschijnt.
en
(houd de toetsen
en
.
4. Druk gelijktijdig op de toetsen
tot het verlichte puntje verschijnt onder het
display van de zone waarvoor de
ingestelde tijd moet gewijzigd worden.
Nadat de gewenste zone werd
geselecteerd met de toetsen
kan de eerder geselecteerde tijdsduur
gewijzigd worden.
5. Na de eerder ingestelde tijdsduur zal de
bereidingszone uitgeschakeld worden
en zal de gebruiker gewaarschuwd
worden met een reeks geluidssignalen.
Om deze melding te onderbreken, moet
op eender welke toets gedrukt worden.
Vermogensbeheer
De plaat is voorzien van een
vermogensbeheermodule die het verbruik
optimaliseert/beperkt. Als de gezamenlijk
ingestelde vermogensniveaus de maximale
toegelaten limiet overschrijden, beheert de
elektronische kaart automatisch het door de
kookplaten afgegeven vermogen. De
module probeert het maximale leverbare
vermogensniveau te behouden. Op het
display worden de niveaus weergegeven
die door het automatische beheer zijn
ingesteld. Een knipperend
vermogensniveau geeft aan dat deze
automatisch beperkt wordt tot een nieuwe
waarde die door de
vermogensbeheermodule geselecteerd
wordt.
De prioriteit van het
vermogensbeheer wordt bepaald
door de ingestelde eerste zone.
De module voor vermogensbeheer
heeft geen invloed op het totale
opgenomen vermogen van het
apparaat.
en
en
213