6. IJk het hellingsysteem van de hellingtrainer.
Druk op Calibrate Incline (helling kalibreren), en
druk vervolgens op Begin om het hellingssysteem
te kalibreren. Het loopvlak zal automatisch naar
het maximum hellingniveau stijgen en dan naar de
startpositie terugkeren. Zo wordt het hellingssys-
teem gekalibreerd. Druk op Cancel (annuleren)
om terug te keren naar het gedeelte Maintenance
(onderhoud). Als het hellingssysteem is gekali-
breerd, drukt u op Finish (voltooien).
BELANGRIJK: Houd huisdieren, voeten en
andere voorwerpen uit de buurt van de hel-
lingtrainer terwijl het hellingsysteem wordt
gekalibreerd. Trek de sleutel uit het bedie-
ningspaneel om de kalibratie van de helling te
stoppen in een noodgeval.
7. Verlaat het hoofdmenu van de instellingen.
Druk op de terugpijl als u in een instellingenmenu
bent. Druk vervolgens op de afsluittoets (X-sym-
bool) om het hoofdmenu van de instellingen te
verlaten.
VERBINDEN MET EEN DRAADLOOS NETWERK
Het bedieningspaneel is geschikt voor Wi-Fi, waardoor
u een verbinding met een draadloos netwerk kunt
opzetten.
1. Kies het hoofdmenu.
Zie stap 2 op bladzijde 16.
2. Kies de draadloze netwerkmodus.
Druk op uw naam in de linkerbovenhoek en ver-
volgens op het Wi-Fi
draadloos netwerk te activeren.
3. Schakel Wi-Fi in.
Zorg ervoor dat Wi-Fi is ingeschakeld. Als dit niet
het geval is, druk dan op de Wi-Fi-wisseltoets om
een draadloze verbinding tot stand te brengen.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi-Fi is ingeschakeld, vertoont het scherm
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
symbool om de modus voor
®
Let op: U hebt ook uw eigen draadloos netwerk
nodig, inclusief een 802.11b/g/n router met geac-
tiveerde SSID broadcast (verborgen netwerken
worden niet ondersteund).
Als een lijst met netwerken wordt weergegeven,
drukt u op het gewenste netwerk. Let op: U zult
uw netwerknaam (SSID) moeten weten. Als uw
netwerk een wachtwoord heeft, zult u ook het
wachtwoord moeten weten.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Druk op de
toets Connect (verbinden) om verbinding met
het netwerk te maken of druk op de toets Cancel
(annuleren) om naar de lijst met netwerken terug
te gaan. Druk op het vak voor het wachtwoord als
het netwerk een wachtwoord heeft. Er wordt op het
scherm een toetsenbord weergegeven. Druk op het
keuzevakje Show Password (wachtwoord weerge-
ven) om tijdens het typen het wachtwoord te zien.
Zie HET TOUCHSCREEN GEBRUIKEN op blad-
zijde 14 om het toetsenbord te gebruiken.
Wanneer het bedieningspaneel is aangesloten op
uw draadloze netwerk, zal er een vinkje verschij-
nen naast de naam van het draadloze netwerk.
Druk vervolgens op de terug-toets op het scherm
om terug te keren naar de draadloze netwerk
modus.
Om het contact met een draadloos netwerk te
verbreken, houdt u de naam van het draadloze net-
werk ingedrukt en drukt u vervolgens op de toets
Forget Network (netwerk vergeten).
Als u problemen ervaart bij het verbinding maken
met een gecodeerd netwerk, controleert u of uw
wachtwoord juist is. Let op: Wachtwoorden zijn
hoofdlettergevoelig.
Let op: Het bedieningspaneel ondersteunt onbe-
veiligde en beveiligde (WEP, WPA™ en WPA2™)
codering. Een breedbandverbinding wordt
aangeraden; de prestaties hangen af van de
verbindingssnelheid.
Let op: Ga naar support.iFIT.com voor hulp als
u na het volgen van deze instructies nog vra-
gen hebt.
5. Het draadloze netwerkmenu verlaten.
Tik op de terug-toets op het scherm om het draad-
loze netwerkmenu te verlaten.
21