6. Afhankelijk van uw behoeften doet u één van de volgende dingen:
• Om het wachtwoord in te stellen, doet u het volgende:
a. Voer in het veld Enter New Password een gewenst wachtwoord in.
b. Typ in het veld Confirm New Password opnieuw het wachtwoord en tik op OK.
c. Het bericht Setup Notice wordt geopend. Tik op Continue.
• Om een wachtwoord te wijzigen, doet u het volgende:
a. Voer het huidige supervisorwachtwoord in in het veld Enter Current Password.
b. Voer in het veld Enter New Password een nieuw supervisorwachtwoord in.
c. Typ in het veld Confirm New Password opnieuw het nieuwe supervisorwachtwoord en tik op OK.
d. Het bericht Setup Notice wordt geopend. Tik op Continue.
• Om een wachtwoord te verwijderen, doet u het volgende:
a. Voer het huidige supervisorwachtwoord in in het veld Enter Current Password.
b. Laat het veld Enter New Password leeg en Confirm New Password leeg. Tik op OK.
c. Het bericht Setup Notice wordt geopend. Tik op Continue.
Attentie: Wij raden u aan uw wachtwoord te noteren en op een veilige plaats te bewaren. Als u uw
supervisorwachtwoord vergeet, kan er door Lenovo géén reset worden uitgevoerd. In een dergelijk
geval moet u de tablet naar Lenovo of naar een Lenovo-dealer brengen om de vaste schijf te laten
vervangen. U moet hiervoor het bewijs van aankoop kunnen overleggen. Bovendien kunnen er kosten
voor onderdelen en service in rekening worden gebracht.
7. Sla de configuratiewijzigingen op en sluit af.
De volgende keer dat u het programma ThinkPad Tablet Setup wilt openen, vraagt de tablet om het
wachtwoord.
Vaste-schijfwachtwoorden
Voor het vaste-schijfstation zijn er twee soorten wachtwoorden waarmee de opgeslagen informatie
beschermd kan worden:
• Gebruikerswachtwoord
Als er wel een gebruikerswachtwoord van de vaste schijf is ingesteld maar geen masterwachtwoord, moet
het vaste-schijfwachtwoord van de gebruiker worden ingevoerd om toegang te krijgen tot de bestanden
en de software op het vaste-schijfstation.
• Masterwachtwoord voor de vaste schijf
Het masterwachtwoord voor de vaste schijf vereist ook een gebruikerswachtwoord voor de vaste
schijf. Het masterwachtwoord voor de vaste schijf wordt gewoonlijk ingesteld en gebruikt door een
systeembeheerder. Met het masterwachtwoord heeft de systeembeheerder, net als met een hoofdsleutel,
toegang tot alle vaste schijfstations in een netwerk. De beheerder stelt het masterwachtwoord in en
kent vervolgens op elke tablet in het netwerk een gebruikerswachtwoord toe. De gebruiker kan dit
gebruikerswachtwoord vervolgens zelf wijzigen. De systeembeheerder heeft via het masterwachtwoord
nog steeds toegang tot de vaste schijf.
Wanneer een masterwachtwoord voor de vaste schijf is ingesteld, kan dit alleen door een
systeembeheerder worden verwijderd.
Een vaste-schijfwachtwoord instellen
Om het wachtwoord voor de vaste schijf in te stellen, doet u het volgende:
1. Druk deze aanwijzingen af.
81
.
Hoofdstuk 6
Beveiliging