secmenu
EDIT menu parameters
3
.2 Amp simulator
1. Amp type
Kies hier het versterkertype.
3. Level
Regel hier het volume van de versterker.
3
.3 Layer Tone
1. Sweep
Voegt er een metalen sound met filterbeweging aan toe.
4
Tuning
1. Fine Tune
Deze parameter verandert de toonhoogte van de sound in
stappen.
3. Temperament
Hier legt u de temperatuur van de stemming voor de gekozen
sound vast.
* Details over temperaturen vindt u op pagina 39.
* Eigen USER temperaturen kunnen op de User Edit pagina in het SYS-
TEM menu worden ingesteld (zie pagina 75).
38
(PIANO, E.PIANO, SUB)
(E.PIANO)
6
TYPES
: 0-127
WAARDE
* Een overzicht over de Amp types vindt u op pagina 23.
(SUB)
: 0-127
WAARDE
: –64-+63
WAARDE
7
+ 2
TYPES
USER
2. Drive
Hier wordt de graad van de vervorming ingesteld. U kunt ook
de regelaar DRIVE in de E.PIANO sectie gebruiken.
4. Amp EQ
Stel hiermee de hoge, middel en lage tonen van de versterker
in.
* Deze EQ is onafhankelijk van de MP10 EQ op het paneel.
2. Bell
Voegt er een op een klok lijkende sound aan toe.
2. Stretch Tuning
Stel hiermee de sterkte van de spreiding van de stemming in.
Het menselijk gehoor herkent hoge en lage frequenties iets
minder exact dan de middentonen. Daarom worden de
bassen iets lager en de discant iets hoger gestemd.
4. Key of Temperament
Stel hiermee de toonsoort voor de gekozen temperatuur in.
Bij sommige stemmingen, bijv. zuivere stemmingen, is dit
nodig.
* Deze parameter verandert niet de hele stemming in vorm van een
transpositie, maar alleen de verhoudingen van de noten binnen een
octaaf.
: 0-127
WAARDE
: 0-127
WAARDE
: 0-127
WAARDE
9
TYPES
: C - B
BEREIK