3
Instellingen
Bedien de functieknop om opnemen, afspelen of uitschakelen (OFF) te selecteren.
Schakel het toestel in door de functieknop op
vrijgaveknop A ingedrukt houdt.
De statusindicator gaat branden en het apparaat wordt ingeschakeld.
≥ Wanneer de camera voor het eerst wordt ingeschakeld, verschijnt een melding met de vraag tijd en
datum in te stellen. Selecteer [JA] en stel de datum en tijd in. (l 24)
De camera uitzetten.
Zet de functieknop op OFF.
De statusindicator gaat uit en de camera wordt uitgeschakeld.
OFF
De camera in- en uitschakelen met het LCD-scherm
Wanneer de functieknop op
uitgeklapt, en uitgeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt ingeklapt.
∫ De camera aanzetten
De statusindicator A gaat aan.
Zet de functieknop op OFF als de camera niet wordt gebruikt.
20
VQT1N52
Een functie selecteren
(De camera in-/uitschakelen)
Opnemen (l 32, 37)
Afspelen (l 60, 65)
staat, wordt de camera ingeschakeld wanneer het LCD-scherm wordt
of
te zetten terwijl u de
≥ Bedien de functieknop en houdt
tegelijkertijd de vrijgaveknop ingedrukt
indien u van OFF naar een andere functie
wilt overschakelen.
≥ Statusindicator B
∫ De camera uitzetten
De statusindicator A gaat uit.