Onderdelen nomenclatuur en functies
Onderdelen nomenclatuur en functies
z
z
1
Hoofdeenheid
Voorzijde/rechterkant
2
3
4
Tonervervangingsklep
Open deze om de tonercartridge te vervangen.
Bedieningspaneel
Geeft de status van het apparaat en de menu's weer
en stelt de functies in.
"Bedieningspaneel" (P.24)
Lamp aan voorkant
Knippert wanneer er gegevens ontvangen worden en
het apparaat zich in de energiespaarstand bevindt.
Voorkap
Open deze om de afbeeldingsdrum, de tonerafvalbak
en de bandeenheid te verwijderen.
Stroomschakelaar
z U kunt de printer in- en uitschakelen wanneer de
hoofdschakelaar is ingeschakeld.
z Annuleert de uit-modus.
Lade 1/Papiercassette
Dit is de papierlade die standaard bevestigd is. Er
kan veel papier in de lade gelegd worden.
Leg het afdrukoppervlak naar beneden.
Stapelaar met beeldzijde naar beneden
De afgedrukte bladen worden met de gedrukte zijde
naar beneden geplaatst en afgevoerd.
Rechterzijklep
Open deze om de invoerrol van de multifunctionele
lade te vervangen en om vastgelopen papier te
verwijderen.
Lade zijklep
Open deze om vastgelopen papier uit lade 1 tot 5 te
verwijderen.
Handgrepen
Houd deze tegelijk vast met de draaghendel wanneer
het apparaat wordt verplaatst.
Draaghendel
Wanneer het apparaat wordt verplaatst moet deze
hendel worden uitgetrokken en op tegelijkertijd
moeten de handgrepen worden gebruikt.
Opener
Open de klep aan de rechterkant.
- 18 -