Kiezen van afdrukmateriaal
Volg deze aanwijzingen voor het kiezen van enveloppen en transparanten:
Zie Hoofdstuk 5 voor de richtlijnen voor papier.
Opmerking
I I I I
Enveloppen
•
Gebruik standaard enveloppen met diagonale naden en sluitkleppen.
•
Om papierstoringen op het MP-blad te voorkomen, dient u de volgende
enveloppen niet te gebruiken:
– Enveloppen met vensters, gaten, perforaties, uitsnijdingen en dubbele
sluitkleppen
– Enveloppen gemaakt van speciaal gecoat papier of papier voorzien van reliëf
– Enveloppen met zelfklevende hechtstrips
– Enveloppen met brieven
•
U kunt wellicht andere envelopformaten plaatsen dan de op de vorige pagina
vermelde formaten. Canon kan echter geen correcte verwerking van dergelijke
enveloppen garanderen.
Wanneer u op enveloppen afdrukt, dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te gebruiken
1
(
p. 5-4).
Opmerking
I I I I
Transparanten
•
Gebruik uitsluitend transparanten die geschikt zijn voor laserprinters.
•
Wanneer u op transparanten afdrukt, dient u de uitvoer met tekstzijde omhoog te
gebruiken (
Opmerking
•
Om te voorkomen dat de transparanten gaan krullen, dient u ze zodra ze zijn
uitgevoerd te verwijderen en ze op een vlakke ondergrond te laten afkoelen.
Bijlage B
1
p. 5-4).
FAX L290 Instructies
B-5