Storingen verhelpen
260 papier vast
Raak Status/Supplies om de plaats van de storing te identificeren. Bij de invoer van enveloppen in de enveloppenlader
wordt telkens de onderste envelop ingevoerd. De onderste envelop is in dit geval dus vastgelopen.
1
Til het envelopgewicht omhoog.
2
Verwijder alle enveloppen.
3
Als de vastgelopen envelop in de printer is gevoerd en niet naar buiten kan worden getrokken, til dan de
enveloppenlader omhoog en uit de printer en plaats de lader opzij.
4
Verwijder de envelop uit de printer.
Opmerking: Als u de envelop niet kunt verwijderen, moet de tonercartridge worden verwijderd. Zie
"Papierstoring 200 en 201" op pagina 146 voor meer informatie.
5
Plaats de enveloppenlader terug. Zorg ervoor dat deze op zijn plaats vastklikt.
6
Buig de enveloppen en maak er een stapel van.
7
Plaats de enveloppen in de enveloppenlader.
8
Pas de papiergeleider aan.
9
Laat het envelopgewicht zakken.
10
Raak Continue (Doorgaan) aan.
270-279: papierstoringen
Als u een papierstoring wilt verhelpen in de hoge-capaciteitsuitvoerlader of de mailbox met 4 laden, gaat u als volgt te
werk:
1
Raak Status/Supplies aan om de locatie van de storing vast te stellen.
2
Als het papier naar een uitvoerlade gaat, trekt u het papier recht naar buiten en raakt u Continue (Doorgaan) aan.
Ga anders verder met stap 3.
3
Trek de klep(pen) van de uitvoerlade(n) omlaag.
4
Verwijder het vastgelopen papier.
5
Sluit de klep(pen) van de uitvoerlade(n).
6
Raak Continue (Doorgaan) aan.
280–282: papierstoringen
1
Raak Status/Supplies aan om de locatie van de storing vast te stellen.
2
Trek de klep van de StapleSmart-finisher omlaag.
3
Verwijder het vastgelopen papier.
4
Sluit de klep van de StapleSmart-finisher.
5
Raak Doorgaan aan.
152