Afdrukken
–
een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is dichtgeplakt;
–
gebogen hoeken hebben;
–
een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben;
•
Pas de breedtegeleider aan zodat deze overeenkomt met de breedte van de enveloppen.
Opmerking: Een combinatie van hoge luchtvochtigheid (boven 60%) en hoge printertemperaturen kunnen de
enveloppen kreuken of sluiten.
Tips voor het afdrukken op etiketten
Maak eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Opmerkingen:
•
Etiketten van papier, dual web-papier, polyester en vinyl worden ondersteund.
•
Bij gebruik van de duplexeenheid worden speciaal ontworpen en geïntegreerde etiketten en etiketten op dual
web-papier ondersteund.
•
Voor het afdrukken van etiketten is een speciale reiniger vereist om het etikettenverhittingsstation schoon te
maken. Deze reiniger wordt geleverd bij de speciale cartridge voor etikettoepassingen. Voor meer informatie
raadpleeg "Supplies bestellen" op pagina 260.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide (alleen Engelstalig) voor meer informatie over het afdrukken, de kenmerken
en het ontwerp van etiketten. U vindt deze publicatie op de website van Lexmark, op
www.lexmark.com/publications.
Let bij het afdrukken op etiketten op het volgende:
•
U kunt etiketten invoeren vanuit een lade voor 250 vel, een lade voor 550 vel of de universeellader.
•
Gebruik etiketten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Controleer het volgende bij de fabrikant of
verkoper:
–
De etiketten kunnen tegen een blootstelling aan temperaturen van 230°C en plakken niet vast, krullen niet om
of kreuken niet en geven bij deze temperaturen geen gevaarlijke stoffen af.
–
Etikettenlijm, de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en coating zijn bestand tegen 25 psi (172 kPa) druk zonder
delaminatie, lekken aan de randen of het vrijkomen van gassen.
•
Gebruik geen etiketten met glad rugmateriaal.
•
Gebruik geen etiketvellen waarop etiketten ontbreken. Etiketten van onvolledige vellen kunnen losraken tijdens
het afdrukken, waardoor de vellen kunnen vastlopen en de kleefstof de printer en de cartridge kan vervuilen.
Hierdoor kan de garantie voor de printer en de cartridge vervallen.
•
Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
•
Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de snijranden van de etiketten.
•
Controleer of de kleefzijde van de etiketten niet buiten de randen van het vel uitsteekt. Gebruik bij voorkeur vellen
waarop de lijm gericht is aangebracht op minstens 1 mm vanaf de randen. De lijm kan in de printer terecht komen
hetgeen gevolgen kan hebben voor de garantie op de printer.
•
Als gericht aangebrachte lijm niet mogelijk is, dient u een strook van 1,6 mm te verwijderen van de voorste
(bovenste) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
•
Druk bij voorkeur af in de afdrukstand Portrait (Staand), vooral bij het afdrukken van streepjescodes.
137