Inhoudsopgave
Advertenties
Bediening-4-20 mA/HART
5.2.2
Temperatuurcompensatie configuratie
Kies de temperatuurseenheid
°C (standaard)
tc.UnIT
°F
Kies de temperatuursensor
PT100 (standaard voor EU-versie)
PT1000 (standaard voor standaardversie)
tc.rTd
30NTC
8,55 NTC
Temperatuurcompensatie selecteren
LIN (standaard)
nLF
tc. LIN
nACL
HCL
nH3
OFF
1
Als SAL of USP wordt geselecteerd, worden de volgende stappen overgeslagen.
Opmerking: Kalibreer een afstelling van een temperatuursensor om
een juiste temperatuurmeting te krijgen. Gebruik een afzonderlijke
temperatuursensor met een snelle respons om procedures met snelle
temperatuursveranderingen te meten.
Druk op ENTER om een menu-item te openen. Gebruik de
PIJLTJESTOETSEN om waarden te bewerken. Druk op ENTER om de
42
1
Lineaire temperatuurcompensatie met
invoering van temperatuurcoëfficiëntie
(00,00-19,99%K). Referentietemperatuur =
25 °C.
Temperatuurcoëfficiënt
02,00%K (standaard) (xx,xx%K) invoeren
Temperatuurcompensatie voor natuurlijk
water naar EN 27888
NaCl: temperatuurcompensatie voor ultra
puur water met NaCl-sporen (0–120 °C)
HCl: temperatuurcompensatie voor ultra
puur water met HCl-sporen (0–120 °C)
NH
: temperatuurcompensatie voor ultra
3
puur water met NH
Temperatuurcompensatie uitgeschakeld
-sporen (0–120 °C)
3
Advertenties
Inhoudsopgave
