H
Figuur 1: Het bediendeel
Het bediendeel
➀
0 – 9
➁
ON (=Aan)
➂
OFF (=Uit)
➃
ENTER
➄
MENU*
➅
NEXT
(=Volgende)
➆
[CLEAR]
➇
LCD display
➈
LED van
gebied
A
MASTER-
ET
DVISOR
Worden gebruikt voor het invoeren van alfanumerieke informatie.
Wordt gebruikt na het invoeren van uw PIN-code om het systeem mee te delen
dat u uw gebied(en) wilt inschakelen.
(sommige gebruikersinterfaces hebben misschien '#' als ON-toets.)
Wordt gebruikt na het invoeren van uw PIN-code om het systeem mee te delen
dat u uw gebied(en) wilt inschakelen.
(sommige gebruikersinterfaces hebben misschien '*' als OFF- toets.)
•
Wordt gebruikt wanneer informatie verwerkt moet worden (vergelijkbaar met
de Enter toets op een computer)
•
Voorwaarts scrollen in het menu.
(sommige gebruikersinterfaces hebben misschien '#' als ENTER-toets.)
•
Tonen van de login prompt voor het menu.
•
Terugtoets voor het corrigeren van een fout.
•
Achterwaarts scrollen in het menu.
(sommige gebruikersinterfaces hebben misschien alleen de '*' zonder het woord
'menu').
•
Tonen van de volgende opties in een menulijst.
•
Wijzigen van de getoonde informatie.
(alleen op sommige gebruikersinterfaces beschikbaar)
De huidige functie of bewerking wordt verlaten; terugkeer naar de prompt voor
alarmcontrole.
(alleen op sommige gebruikersinterfaces beschikbaar)
Wordt gebruikt voor het tonen van boodschappen.
Wordt gebruikt voor het tonen van de status van gebieden.
BEDIENDEEL