Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Toegangscontrole
Verstoord
Alarm
Alarmgroep
Gebied
Ingeschakeld
Ingeschakeld
Gebruikersinterface (GI)
Particuliere alarmcentrale
Controlepaneel
Cursor
DI
Uitgeschakeld
Deurcontact
Deurgroep
Dwang
W
OORDENLIJST
De controle op het binnengaan en verlaten van een beveiligd gebied.
Zie Normaal/Actief/Sabotage/Geblokkeerd
De toestand van een beveiligingssysteem wanneer een op een ingang
aangesloten apparaat wordt verstoord, terwijl het gebied een status heeft
waarin zo'n verstoring gesignaleerd dient te worden. Voorbeeld: een
deurgrendel wordt geforceerd, waardoor een sirene gaat loeien.
Alarmgroepen definiëren opties voor alarmcontrole welke beschikbaar zijn
voor gebruikers, gebruikersinterfaces of deurkaartlezers. Alarmgroepen
bestaan uit een aantal gebieden, alarmcontrolefuncties en menu-opties.
Ingangstypes voor gebiedscontrole (sleutelschakelaars) maken ook deel
uit van alarmgroepen.
Een deel van een pand met specifieke beveiligingseisen. Het Advisor
Master-systeem biedt de mogelijkheid een gebouw of een terrein te
verdelen in 16 gebieden met verschillende beveiligingseisen. Elk gebied
heeft zijn eigen 'ingangen'. Elk gebied wordt aangeduid met een nummer
en een naam. Bijvoorbeeld Gebied 1 Kantoor, Gebied 2 Werkplaats,
Gebied 3 Vergaderzaal, enz.
De status van een gebied waarbij de verstoring van een ingang tot het
genereren van een alarm leidt. Een gebied of pand kan alleen
ingeschakeld zijn wanneer er niemand aanwezig is. Sommige ingangen
(bijv. die van kluizen) kunnen steeds ingeschakeld blijven.
De status van een gebied of pand wanneer de beveiliging aan staat en er
niemand aanwezig is.
Het controlepaneel van de gebruiker voor het bedienen van
veiligheidsfuncties voor gebieden en toegangspunten (deuren). Het
gebruikersinterface kan een bediendeel van de Advisor MASTER zijn (
een LCD-bediendeel, kaartlezer) of een willekeurig ander apparaat dat
gebruikt kan worden voor een beveiligingsfunctie als inschakelen,
uitschakelen, deuren openen, enz.
Een bedrijf dat in de gaten houdt of er een alarm is opgetreden in een
beveiligingssysteem. Een particuliere alarmcentrale bevindt zich buiten
het te bewaken pand of gebied.
Een elektronisch apparaat dat gebruikt wordt voor het verzamelen van
gegevens over het pand. Afhankelijk van de programmering en de status
van de gebieden zal het alarmen genereren. Indien nodig kunnen alarmen
en andere gebeurtenissen doorgemeld worden naar de particuliere
alarmcentrale.
Een knipperend streepje op het LCD dat aangeeft waar het volgende
teken zal verschijnen, wanneer het ingevoerd wordt via het toetsenbord.
Data interface. Een apparaat dat gegevens verzamelt van andere
beveiligingsapparaten binnen een gebied en deze doorgeeft naar het
Advisor MASTER-controlepaneel of 4-deurs/4-lift DI.
De status van een gebied waarbij er een of meer personen aanwezig zijn
en het beveiligingssysteem zo is ingesteld dat er toch geen alarm wordt
gegenereerd.
Een magnetisch contact dat kan detecteren of een deur of raam open
staat.
Een functionaliteit van de Advisor MASTER waarbij een groep van deuren
of liften aan een gebruiker wordt toegekend, zodat deze gebruiker
toegang heeft via deze deuren/liften. Toegang tot elke deur in een groep
kan beperkt worden tot een bepaalde tijdzone.
Een situatie waarin een gebruiker gedwongen wordt de beveiliging op te

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Advisor master ats 4000

Inhoudsopgave