Geavanceerde Beeldaanpassingsfuncties gebruiken
b
Selecteer Kleurgelijkheid en druk op [Enter].
c
Selecteer opnieuw Kleurgelijkheid en druk op [Enter].
d
Selecteer Aan en druk op [Enter]. Druk dan op [Esc].
e
Selecteer Aanpassingsniveau en druk op [Enter].
f
Selecteer het eerste aanpassingsniveau dat u wilt aanpassen en druk op
[Esc].
Er zijn acht aanpassingsniveaus, van wit via grijs tot zwart. U kunt
elk niveau afzonderlijk bijstellen.
g
Selecteer Aanpassingen starten en druk op [Enter].
h
Selecteer het beeldgebied dat u wilt aanpassen en druk op [Enter].
Pas elk gebied individueel aan en selecteer dan Alles en pas het
volledige scherm aan.
i
Selecteer Rood, Groen of Blauw en pas, indien nodig, de kleurtint aan.
120