Montage van de sensor
Tapwaterinstallatie
Warmtewisselaar verbinding
Circulatieleiding
Montage van de sensor
Het geheugen jas zijn twee bovenlig-
gende vaste sensor strips aangebracht,
die voorzien kunnen worden, afhankelijk
van uw toepassing omhoog of omlaag
met sondes
Montage van de isolatie
Alleen wanneer de onderstaande
punten worden nageleefd, kunnen een
correcte montage en een daarmee
gepaard gaand energie-efficiënt bedrijf
worden gegarandeerd.
Het vat moet waterpas op een effen
ondergrond staan.
De meegeleverde vloerisolatie moet
vakkundig worden gemonteerd.
Om eventuele risico's voor
beschermelingen uit te sluiten, moeten
alle verpakkingselementen meteen
vakkundig worden verwijderd resp.
stukgesneden.
Vervolgens moet het geperforeerde
isolatie-element met vlies naar binnen
over de aansluitingen worden
getrokken. Zo nodig, moeten de vooraf
geperforeerde aansluitpunten uit de
behuizing worden gesneden resp.
gebroken.
Aansluitend wordt de
vergrendelingsprofiellijst vastgeklikt. Om
te vermijden dat deze profiellijst tijdens
de verdere montage zou opengaan,
moeten de meegeleverde afdekrails
over de profiellijst worden geklikt.
Nadat de eerste afdekrail is
aangebracht, kan de isolatie door
middel van de tweede
vergrendelingsprofiellijst worden
gesloten en eveneens met de afdekrail
worden vastgeklikt.
Daarna wordt de dekselisolatie
aangebracht en licht aangedrukt om ze
correct te positioneren.
Om een optimale thermische isolatie te
realiseren, mag er tussen het
geïsoleerde deksel en de isolatie van de
behuizing geen luchtspleet voorkomen.
Het PS-deksel wordt bovenaan volgens
de uitsparingen voor de
vergrendelingsprofiellijst gepositioneerd
en over de rand van de behuizing
geschoven.
De meegeleverde rozetten van
kunststof worden over de respectieve
aansluitingen geschoven.
Let op! De isolatie mag niet geplooid of
ingedrukt worden; daardoor zou ze
beschadigd kunnen raken.
Tapwaterinstallatie
De aansluiting op de koude waterlei-
ding moet volgens DIN 1988 gebeuren
met gebruik van een geschikte veilig-
heidsgroep. De veiligheidsklep moet als
proefmodel zijn getest en zo zijn inge-
steld, dat het overschrijden van de toe-
gestane bedrijfdruk wordt verhinderd.
De afblaasleiding mag niet worden
gesloten.
Is de netdruk groter dan toegestaan,
dan moet deze met behulp met een
drukregelaar tot de toegestane waarde
worden gereduceerd. De volgorde van
afzonderlijke armaturen staat in het
aansluitschema.
Aansluitschema
Warmtewisselaar verbinding
De tapwaterboiler is geschikt voor pom-
pfunctie. Aanvoer- en retourleidingen
moeten op de daarvoor bedoelde plaat-
sen van de tapwaterboiler worden aan-
gesloten. De aansluitingen zijn in de
tankschets aangegeven. De noodzake-
lijke terugslagkleppen moeten functio-
neel in de leidingen worden gemon-
teerd. Om energieverliezen zo gering
mogelijk te houden, moeten de leidin-
gen zorgvuldig worden geïsoleerd. Bij
het vullen van de verwarmingkring mo-
et deze.
Circulatieleiding
Door een circulatieleiding ontstaan
meestal hoge stilstandverliezen,
daarom moet een circulatieleiding
alleen bij een vertakt warmwaternet of
op grote afstand liggende tappunten
door gebruik te maken van een tijdge-
stuurde circulatiepomp worden voorzi-
en. In de circulatieleiding moet een
terugslagklep worden gemonteerd, de
leidingen moeten zorgvuldig worden
geïsoleerd.
Veiligheidsklep
gecontroleerde
afvoerleiding
Veiligheidsgroep volgens DIN 1988
Lediging
3