I
NSTALLATIE EN BEDRIJF
Voor een veilige installatie en een storingsvrije werking dienen o.a. de hieronder vermelde
handelwijzen te worden opgevolgd:
Het gebruik van de ejector is uitsluitend via voedingsadapters voorzien
van een veilige, zeer lage spanning (PELV) toegestaan. Er dient voor een
veilige elektrische scheiding van de voedingsspanning conform EN60204
te worden gezorgd.
Het gebruik binnen een explosiegevaarlijke omgeving is niet toegestaan.
Brand- en explosiegevaar.
Het gebruik buiten de gespecificeerde prestatiegrenzen is niet toegestaan.
Een verkeerde werking alsmede vernieling kunnen het gevolg zijn.
Tijdens het installeren en het onderhoud dient de ejector spanningsvrij en
drukloos te worden geschakeld en tegen onbevoegd of onbedoeld opnieuw
inschakelen te worden beveiligd.
Persoonlijk letsel of materiële schade aan de ejector kunnen anders het gevolg
zijn.
De ejector dient algemeen tegen iedere vorm van beschadiging te worden beschermd.
Er mogen geen veranderingen aan de ejector worden uitgevoerd.
Het openen van de ejector leidt tot beschadiging van de „tested"-sticker. Op het mo-
ment dat dit gebeurt vervalt de fabrieksgarantie!
Op
de
ejektor
Deze dienen in acht te worden genomen.
Uitsluitend de daarvoor bestemde aansluitmogelijkheden gebruiken.
Pneumatische en elektrische leidingen dienen als vaste aansluiting op de ejector te
worden aangesloten en geborgd.
De ejector kan op een willekeurige plaats worden gemonteerd.
Indien de bovenstaande voorschriften niet worden opgevolgd, kan dat leiden tot storin-
gen, materiële schade en mogelijk dodelijk letsel.
Indien de ejector buiten bedrijf worden gesteld, dan dienen de onderdelen op een mili-
euvriendelijke manier te worden afgevoerd.
S
C HMA LZ
bevinden
zich
SCPSb -2
aansluitsymbolen
1-5
en
aansluitbenamingen.