Waarschuwing! Gevaar door elektrische schok!
Ook bij uitgeschakelde hoofdschakelaar staat er
aan de voedingszijde levensgevaarlijke span-
ning.
• Netvorm, stroomtype en spanning van de netaan-
sluiting moeten overeenkomen met de gegevens
op het typeplaatje van het regelsysteem.
AANWIJZING:
• Netzijdige zekering conform gegevens in het
schakelschema
• De uiteinden van de netkabel door de kabelwartels
en kabelingangen steken en bedraden volgens de
markering op de klemmenstroken.
• Pomp/installatie op de voorgeschreven wijze aar-
den.
7.2.1 Aansluiting toevoer
Een 4-aderige kabel (L1, L2, L3, PE) voor de net-
toevoer moet worden aangesloten op de hoofd-
schakelaar en volgens het stroomloopschema.
7.2.2 Aansluiting pompen
Inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
pompen in acht nemen!
De pomp wordt volgens stroomloopschema op de
klemmenstroken aangesloten. De pompen wor-
den met directe start bedreven.
7.2.3 Aansluiting drukschakelaar
De drukschakelaar wordt volgens stroomloop-
schema op de klemmenstroken aangesloten. Het
drukschakelaarcontact sluit bij drukdaling om de
pomp in te schakelen.
7.2.4 Aansluiting storingsmelding
Op de klemmenstrook voor storingsmelding kan
een signaal via een potentiaalvrij contact worden
verwijderd dat een storing signaleert (zie stroom-
loopschema).
8 Inbedrijfname
WAARSCHUWING! Levensgevaar!
Inbedrijfname alleen door gekwalificeerd vak-
personeel!
Bij ondeskundige inbedrijfname bestaat levens-
gevaar. Inbedrijfname alleen door gekwalifi-
ceerd vakpersoneel laten uitvoeren.
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan een geopend schakel-
toestel bestaat er gevaar voor elektrische
schokken door aanraking van onder spanning
staande onderdelen.
De werkzaamheden mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door vakpersoneel!
De inbedrijfname van de schakelkast door de
WILO-servicedienst is aanbevolen.
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control SC-Fire Jockey
Voordat het apparaat voor het eerst wordt inge-
schakeld, moet worden gecontroleerd of de
bedrading ter plaatse correct is uitgevoerd, vooral
voor wat betreft de aarding.
Alle aansluitklemmen moeten voor de inbedrijf-
name worden aangehaald!
8.1 Controle van de motordraairichting
Door kort inschakelen van de pomp in de bedrijfs-
situatie "Hand" (zie 6.2.3) controleren of de draai-
richting van de pomp bij netbedrijf overeenkomt.
Bij het uitlopen van de pompmotor moet de draai-
richting van de koelwaaier met de aangegeven
richting op de pompbehuizing worden vergeleken.
Bij onjuiste draairichting van de pomp bij netbe-
drijf twee willekeurige fasen van de hoofdnetlei-
ding omwisselen.
8.2 Instelling overstroombeveiliging
De motorbeveiligingsschakelaar moet bij directe
start ingesteld worden op de nominale stroom I
van de pomp. De nominale stroom I
het pomptypeplaatje.
9 Onderhoud
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
alleen door gekwalificeerd vakpersoneel!
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan elektrische apparaten
bestaat levensgevaar door elektrische schok.
• Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamhe-
den moet het schakeltoestel spanningsvrij wor-
den geschakeld en worden beveiligd tegen
onbevoegd opnieuw inschakelen.
• Een beschadigde aansluitkabel mag uitsluitend
door een gekwalificeerde elektromonteur wor-
den gerepareerd.
• De schakelkast moet schoon worden gehouden.
• Visuele controle van de elektrische installatieon-
derdelen in de schakelkast.
10 Storingen, oorzaken en oplossingen
GEVAAR! Levensgevaar!
Bij werkzaamheden aan elektrische apparaten
bestaat levensgevaar door elektrische schok.
Verhelpen van storingen alleen door gekwalifi-
ceerd vakpersoneel! Veiligheidsvoorschriften
onder Veiligheid2 in acht nemen.
Voor elke werkzaamheid voor het verhelpen van
storingen het apparaat spanningsvrij schakelen
en beveiligen tegen onbevoegd herinschakelen.
Nederlands
N
vindt u op
N
25