Besturingseenheid
9.3
Instellingen in de besturing tot stand brengen
De instellingen in de besturing kunnen worden tot stand gebracht onafhankelijk van de geselecteerde en actieve bedrijfsmodus.
9.3.1
Gebruikersmenu
9.3.1.1
Overzicht gebruikersmenu
De installatiespecifieke waarden kunnen worden gecorrigeerd of opgevraagd via het gebruikersmenu. Tijdens de eerste inbedrijfstelling
moeten eerst de fabrieksinstellingen worden aangepast aan de specifieke voorwaarden van de installatie.
Opmerking!
De beschrijving van de bediening, zie hoofdstuk 9.1 "Bediening van het bedieningspaneel" op pagina 56.
Er is een PM-code van drie cijfers toegewezen aan de afzonderlijke instelopties
PM-code
Beschrijving
001
Taal kiezen
002
Tijd instellen
003
Datum instellen
Nulijking uitvoeren
–
Het basisvat moet leeg zijn
–
Er wordt gecontroleerd of het signaal van de niveaumeting overeenkomt met het gekozen basisvat.
005
Min. werkdruk "P
Ontgassing >
010
•
Ontgassingsprogramma
•
Geen ontgassing
•
Permanente ontgassing
•
Intervalontgassing
•
Naloopontgassing
011
•
Duur permanente ontgassing
Bijvulling >
023
•
Maximale bijvultijd ...min
024
•
Maximale bijvulcycli... /2 uur
027
•
Met watermeter "Ja/Nee"
–
indien "Ja": doorgaan met 028
–
indien "Nee": doorgaan met 007
028
•
Bijvulhoeveelheid (reset) "Ja/Nee"
–
indien "Ja", resetten op waarde "0"
029
•
Maximale bijvulhoeveelheid ... l
030
•
Ontharding "Ja/Nee"
–
indien "Ja": doorgaan met 031
–
indien "Nee": doorgaan met 007
58 — Nederlands
" instellen, zie hoofdstuk 7.2 "Minimale werkdruk P
0
Variomat Giga met Touch-besturing — 06.07.2016 - Rev. B
voor besturing bepalen" op pagina 42.
0