Eerste inbedrijfstelling
7
Eerste inbedrijfstelling
Opmerking!
Bevestig het juiste uitvoeren van montage en inbedrijfstelling in het certificaat voor montage, inbedrijfstelling en
onderhoud. Dit is de voorwaarde voor garantieclaims.
–
Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud uitvoeren door de Reflex serviceafdeling.
7.1
Vereisten voor de inbedrijfstelling controleren
Het apparaat is klaar voor de eerste inbedrijfstelling nadat de werkzaamheden afgesloten zijn (beschreven in het hoofdstuk "Montage").
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door de fabrikant van de installatie of door een geautoriseerde deskundige. De opslagtank
moet volgens de desbetreffende montagehandleiding in gebruik worden genomen. Neem de volgende aanwijzingen in acht voor de
eerste ingebruikname:
•
De montage van de besturingseenheid met het basisvat en evt. de volgvaten is voltooid.
•
De wateraansluitingen tussen de vaten en het installatiesysteem zijn tot stand gebracht.
•
De vaten zijn niet gevuld met water.
•
De ventielen/kleppen voor het ledigen van de vaten zijn open.
•
De installatie is gevuld met water en is ontlucht van gassen.
•
De elektrische aansluiting is tot stand gebracht volgens de geldende nationale en lokale voorschriften.
7.2
Minimale werkdruk P
De minimale werkdruk "p
" wordt bepaald door de locatie van het drukbehoud. In de besturing worden de schakelpunten van de
0
overstroom-magneetkleppen "PV" en de pompen "PU" berekend op basis van de minimale werkdruk.
Beschrijving
p
Statische druk
st
p
Minimale werkdruk
0
p
Begindruk (Pomp
b
"AAN")
Rustdrukbereik
(overstroommagneetk
lep "DICHT" / pomp
"UIT")
p
Einddruk
e
(overstroommagneetk
lep "OPEN")
p
Veiligheidsklep-
vk
aanspreekdruk
42 — Nederlands
voor besturing bepalen
0
Berekening
= statische hoogte (h
)/10
st
= p
+ 0,3 bar
0
≤ p
- 0,5 bar (voor p
≤ 5,0
vk
vk
bar)
≤ p
x 0,9 (voor p
> 5,0 bar)
vk
vk
= p
+ 1,2 bar (voor p
≤ 5,0
0
vk
bar)
= 1,1 x p
+ 0,8 bar
0
(voor p
> 5,0 bar)
vk
Variomat Giga met Touch-besturing — 06.07.2016 - Rev. B