Beschrijving van het toestel
Druk houden
Het apparaat compenseert het expansiewater en houdt de druk constant met een tolerantie van ±0,2 bar.
–
Als het water wordt verwarmd, stijgt de druk in het installatiesysteem. Als de op de Control Touch besturing ingestelde druk wordt
overschreden, opent de overstroomklep "PV" en leidt water uit de installatie via de expansieleiding "EC" in het basisvat. De druk in
het systeem daalt weer.
–
Als het water afkoelt, daalt de druk in het installatiesysteem. Als de druk beneden de ingestelde waarde daalt, wordt de pomp "PU"
ingeschakeld en pompt water uit het basisvat via de expansieleiding "EC" terug in de installatie. De druk in het installatiesysteem
stijgt weer.
Het drukbehoud wordt gecontroleerd door de besturingseenheid. De Control Touch besturing regelt een constante druk. Extra
expansievaten "MAG" ondersteunen het constante drukbehoud.
Ontgassen
Voor de ontgassing van het installatiewater worden twee expansieleidingen "EC" gebruikt.
–
Een leiding voor het gasrijke water van de installatie naar de hydraulische module.
–
Een retourleiding voor ontgast water vanuit de hydraulische module naar de installatie.
Tijdens de ontgassing zijn de pomp "PU" en de overstroomklep "PV" in werking. Daardoor stroomt een gasrijke deelstroom van het
installatiewater door het drukloze basisvat. Hier worden de vrije en opgeloste gassen afgescheiden uit het systeemwater m.b.v. het
verschil tussen de atmosferische druk in de luchtkamer van het basisvat en de druk van het installatiewater. De afgescheiden gassen
worden afgevoerd via de ontgassingsklep "DV" van het basisvat. De besturingseenheid zorgt voor de hydraulische compensatie door de
slag van de motorkogelkleppen als overstroomklep "PV" te regelen. Via de Control Touch besturing kunnen 3 ontgassingsprogramma's
(continu-, interval- en naloopontgassing) worden geselecteerd.
Bijvullen
Het bijvullen van water voor de installatie wordt geregeld via de Touch Control besturing. Afhankelijk van het waterniveau in het
basisvat wordt de bijvulklep "WV" geopend of gesloten.
–
Het niveau van het waterpeil wordt bepaald m.b.v. de drukmeetcel "LIS" op de vatvoet van het basisvat.
–
De waarden voor het bijvullen van water in de installatie zijn opgeslagen op de Control Touch besturing en kunnen indien nodig
worden gewijzigd, zie hoofdstuk 7.8 "Parameters van de besturingseenheid instellen via het gebruikersmenu" op pagina 51.
Tijdens het bijvullen wordt het aantal verzoeken binnen een bepaalde tijd bewaakt. Tegelijkertijd wordt de bijvulduur tijdens een cyclus
gecontroleerd. In verband met een contactwatermeter kunnen individuele bijvulhoeveelheden in een cyclus en het totale bijvulvolume
worden bewaakt.
12 — Nederlands
Variomat Giga met Touch-besturing — 06.07.2016 - Rev. B