2.3 Bedieningspaneel
1 Klok programmeereenheid
Handig voor de weergave van het actuele
tijdstip en de geprogrammeerde
bereidingen en voor de instelling van de
kookwekker.
2 Temperatuurknop
Met deze knop kan de temperatuur van de
bereiding geselecteerd worden.
Draai de knop rechtsom op de gewenste
waarde tussen het minimum en het
maximum.
3 Controlelamp
Licht op om te melden dat de oven zich in
de verwarmingsfase bevindt. Wordt
uitgeschakeld als de temperatuur is bereikt.
Een regelmatig knipperend lampje geeft
aan dat de ingestelde temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
94
Beschrijving
4 Functieknop
De verschillende functies van de oven zijn
geschikt voor verschillende
bereidingswijzen. Nadat u de gewenste
functie heeft geselecteerd, moet u de
bereidingstemperatuur instellen met de
temperatuurknop.
5 Knoppen bereidingszones van de
kookplaat
Nuttig voor het bedienen van de
bereidingszones van de inductieplaat.
Druk de knoppen in en ze draai rechtsom
om het werkingsvermogen van de plaat te
regelen, van een minimum van 1 tot een
maximum van 9.
Het werkingsvermogen wordt aangeduid
op het display dat op de kookplaat is
gepositioneerd.