Om na te gaan of een pot of pan geschikt
is, volstaat het om een magneet tegen de
onderkant te houden: als de magneet wordt
aangetrokken is de pan of pot geschikt
voor een inductiekookplaat. Als u niet over
een magneet beschikt, kunt u in het recipiënt
een kleine hoeveelheid water gieten, het
op een bereidingszone plaatsen en de
plaat inschakelen. Als op het display in
plaats van het vermogen het symbool
verschijnt, is de pan niet geschikt.
Gebruik uitsluitend pannen met
een perfect vlakke onderkant, die
geschikt zijn voor
inductiekookplaten. Het gebruik
van pannen met een
onregelmatige bodem kan er voor
zorgen dat het systeem niet goed
werkt of dat het systeem de pan
niet herkent.
102
Gebruik
Herkenning van de pan
Wanneer geen pan op een
bereidingszone staat of als de pan te klein
is, wordt geen energie verzonden en
verschijnt het symbool
Als een geschikte pan op de
bereidingszone staat, detecteert het
herkenningssysteem de aanwezigheid van
de pan en schakelt het systeem de plaat in
op het ingestelde vermogen. Het zenden
van energie wordt ook onderbroken
wanneer de pan wordt verwijderd van de
bereidingszone (op het display wordt het
symbool
Wanneer de functie van de herkenning van
de pan geactiveerd wordt, ondanks de
beperkte afmetingen van de pannen of de
potten die zich op de bereidingszone
bevinden, wordt enkel de noodzakelijke
energie verzonden.
Limieten bij de herkenning van de pan: De
minimum diameter van de onderkant van de
pan wordt aangeduid door een interne
omtrek op de bereidingszone. Pannen met
een kleinere diameter worden misschien
niet herkend, waardoor de inductiestroom
niet wordt ingeschakeld.
op het display.
weergegeven).