nl Installatievoorschrift
17.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
¡ Het aansluitstopcontact van het apparaat dient zich
in het gebied van het gearceerde vlak A of buiten
de inbouwruimte te bevinden.
¡ Niet bevestigde meubels met een in de handel ver-
krijgbare hoek B aan de wand bevestigen.
17.3 Apparaat onder werkblad monteren
¡ Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dient het tussenschot te beschikken over een venti-
latie-opening.
¡ Het werkblad bevestigen op het inbouwmeubel.
¡ De montagehandleiding van de kookplaat in acht
nemen.
32
17.4 Inbouw in een hoge kast
¡ Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dienen de tussenschotten te beschikken over een
ventilatie-opening.
¡ Wanneer de bovenkast naast de element-achterwan-
den nog een achterwand heeft, dient deze verwij-
derd te worden.
¡ Het apparaat niet te hoog inbouwen, zodat de toe-
behoren er zonder probleem uitgenomen kunnen
worden.
17.5 Hoekinbouw
¡ Bij de hoekinbouw de minimumafmetingen in acht
nemen om de apparaatbedekking te kunnen ope-
nen. De afmeting
meubelblad en de greep af.
17.6 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡ Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt,
moet u ervoor zorgen dat uw huisstroomnet geaard
is en aan de geldende veiligheidsvereisten voldoet.
De installatie van uw apparaat moet door een ge-
kwalificeerde technicus worden uitgevoerd. Zowel
de bepalingen van de plaatselijke energiemaat-
schappij alsook de algemene wetten in acht nemen.
Het ontbreken van een geaarde leiding of een on-
juist uitgevoerde installatie kan in zeldzame gevallen
leiden tot materiële schade of ernstig letsel (overlij-
den of letsel door een elektrische schok). De produ-
cent is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of
schade aan het apparaat veroorzaakt door een on-
deskundig uitgevoerde elektrische aansluiting.
hangt van de dikte van het