Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Honda HRX476C Gebruikershandleiding pagina 3

Met wielaandrijving
Verberg thumbnails Zie ook voor HRX476C:
Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIK
C1. Laat de motor niet draaien in een gesloten ruimte waar het levensgevaarlijke
koolmonoxide zich kan ophopen.
C2. Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht. Houd u aan de wettelijke voorschriften,
die per land kunnen verschillen.
C3. Stop met maaien als er slecht weer dreigt, zoals onweer of storm.
C4. Vermijd indien mogelijk het maaien van nat gras.
C5. Blijf tijdens het maaien op veilige afstand van het maaimes, dat wil zeggen achter
de duwbeugel.
C6. Ga niet rennen met de machine. Laat uzelf niet door de maaier meetrekken.
C7. Zoek op hellingen altijd voldoende steun voor uw voeten. Maai altijd dwars op een
helling, nooit van boven naar beneden of omgekeerd.
C8. Wees u ervan bewust dat u als gebruiker verantwoordelijk bent voor ongevallen
of gevaren voor andere mensen of hun eigendommen. De gebruiker is
verantwoordelijk voor het controleren van het te maaien gazon op eventuele
risico's en voor het nemen van alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om zijn
eigen veiligheid en die van de anderen te waarborgen, in het bijzonder op
hellingen, op ruw, glad of onstabiel terrein, of in de nabijheid van kuilen, sloten,
greppels of oevers.
C9. Maai niet op hellingen steiler dan 20° (36%).
C10. Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de maaier naar u toe trekt.
C11. Zet het mes stil wanneer u de maaier moet kantelen of op moet tillen voor
transport, wanneer u ermee over een andere ondergrond dan gras rijdt en
wanneer u de maaier van of naar het te maaien terrein vervoert.
C12. Gebruik de maaier nooit wanneer het maaidek of de afschermplaten beschadigd
zijn of wanneer veiligheidsvoorzieningen zoals de grasvanger of het
uitwerpscherm niet zijn aangebracht.
C13. Breng geen wijzigingen in de afstelling van de toerentalregelaar aan en zorg dat
de motor niet met een te hoog toerental draait.
C14. Ontkoppel het mes (modellen uitgevoerd met Rotostop) en de aandrijfkoppeling
(zelfrijdende modellen) voordat u de motor start.
C15. Start de motor volgens de instructies en houd uw voeten uit de buurt van het mes.
C16. Kantel de maaier niet tijdens het starten van de motor.
Start de maaier op een vlakke ondergrond die vrij is van hoog gras of obstakels.
C17. Houd uw handen en voeten uit de buurt van de roterende delen.
Start de motor niet terwijl u voor de uitwerp-opening staat.
C18. Til of draag de maaier nooit terwijl de motor draait.
C19. Zet in de volgende gevallen de motor af en trek de bougiedop van de bougie:
- Voordat u werkzaamheden verricht onder het maaidek of in het uitwerpkanaal.
- Voordat u begint met controle-, schoonmaak- of onderhoudswerkzaamheden
aan de maaier.
- Nadat u met de maaier een vreemd voorwerp hebt geraakt. Controleer de
maaier op schade en herstel deze voordat u de maaier herstart en weer gaat
gebruiken.
- Als de maaier abnormaal begint te trillen. Controleer onmiddellijk wat de
oorzaak van deze trillingen is en neem deze weg door de noodzakelijke
reparatie uit te (laten) voeren.
C20. Zet de motor in de volgende gevallen altijd af:
- Wanneer u de maaier onbeheerd achterlaat.
- Voordat u de tank gaat bijvullen.
C21. Stop in de volgende gevallen het mes (modellen uitgevoerd met Rotostop) of zet
de motor af:
- Bij het verwijderen of aanbrengen van de grasvanger.
- Voordat u de maaihoogte gaat afstellen.
C22. Draai het gas terug wanneer u de motor afzet. Sluit de brandstoftoevoer af door
het dichtdraaien van de benzinekraan.
C23. Het gebruik van andere dan de in deze handleiding aanbevolen toebehoren kan
leiden tot schade aan de gazonmaaier die niet onder de garantie valt.
C24. LET OP
De niveaus voor geluid en trillingen die in deze handleiding staan vermeld, zijn de
maximale waarden voor gebruik van de machine. Het gebruik van een
niet-gebalanceerd mes, een te hoge loopsnelheid en gebrekkig onderhoud zijn
van significante invloed op het geluid en de trillingen die de machine produceert.
Het is daarom belangrijk voorzorgsmaatregelen te nemen om blootstelling aan te
hoge geluids- of trillingsniveaus te voorkomen. Zorg dat de machine goed wordt
onderhouden, draag gehoorbescherming en neem tijdig pauzes tijdens het werk.
ONDERHOUD EN OPSLAG
D1. Houd alle moeren, bouten en schroeven stevig aangedraaid om een veilige
werking van de machine te waarborgen. Regelmatig onderhoud is een belangrijke
voorwaarde voor de veiligheid van de gebruiker en voor goede prestaties van de
machine.
D2. Bewaar de machine nooit met een gevulde brandstoftank in een ruimte waar
benzinedampen in aanraking kunnen komen met een vonk, open vuur of een bron
van hoge temperatuur.
D3. Laat de motor altijd eerst afkoelen voordat u de machine opbergt in een gesloten
ruimte.
D4. Verklein het risico op brand en houd de maaier (met name de motor en uitlaat) en
de plaats waar u de benzine bewaart vrij van gras, bladeren en overtollig vet.
Plaats geen bakken met gemaaid gras (compostvaten) in of vlak bij een schuur,
garage of ander bouwsel.
D5. Wanneer u de benzinetank wilt legen, doe dit dan buiten terwijl de motor koud is.
D6. Controleer de grasvanger regelmatig op slijtage of beschadiging.
D7. Gebruik de maaier niet met versleten of beschadigde onderdelen.
Versleten of beschadigde onderdelen moeten worden vervangen, niet
gerepareerd. Gebruik hiervoor uitsluitend originele Honda-onderdelen.
Maaimessen moeten zijn voorzien van een Honda-merk en een artikelnummer.
Onderdelen van inferieure kwaliteit kunnen de machine beschadigen en een
gevaar vormen voor uw veiligheid.
D8. Draag stevige (werk)handschoenen bij het verwijderen of plaatsen van het
maaimes of bij het schoonmaken van het maaidek.
Blokkeer het mes bij het los- of vastdraaien van de mesbevestigingsbouten met
een houten blok.
D9. Controleer na het slijpen van een mes altijd of het nog in balans is.
3 NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave