3 Installeren
• Klem U/T1/96 aangesloten op U-fase
• Klem V/T2/97 aangesloten op V-fase
• Klem W/T3/98 aangesloten op W-fase
3
De draairichting kan worden gewijzigd door de twee fasen van de motorkabel te verwisselen of door de instelling in Par. 4-10
wijzigen.
De draairichting van de motor kan gecontroleerd worden via Par. 1-28
weergegeven.
Eisen voor Framegrootte F
Vereisten voor F1/F3: gebruik altijd 2, 4, 6 of 8 (een veelvoud van 2; 1 kabel niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een identiek aantal
aangesloten draden aan beide klemmen van de invertermodule. De kabels tussen de klemmen van de invertermodule en het eerste gemeenschappelijke
punt van een fase moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten voor F2/F4: gebruik altijd 3, 6, 9 of 12 (een veelvoud van 3; 2 kabels niet toegestaan) motorfasekabels om te zorgen voor een identiek
aantal aangesloten draden aan elke klem van de invertermodule. De kabels tussen de klemmen van de invertermodule en het eerste gemeenschappelijke
punt van een fase moeten even lang zijn met een tolerantie van 10%. De motorklemmen zijn het aanbevolen gemeenschappelijke punt.
Vereisten voor aansluitdoos uitgangen: de lengte (minimaal 2,5 m) en het aantal kabels vanaf elke invertermodule naar de gemeenschappelijke
klem in de aansluitdoos moet gelijk zijn.
NB!
Als voor een gemodificeerde toepassing een ongelijk aantal draden per fase vereist is, dient u contact op te nemen met de fabriek over
de vereisten.
3.6.8 Bekabeling remweerstandOmvormers met in de fabriek geïnstalleerde remchopperop-
tie
(alleen standaard als de letter B aanwezig is op positie 18 van de typecode).
De aansluitkabel naar de remweerstand moet worden afgeschermd en de max. kabellengte van de frequentieomvormer naar de DC-lamel bedraagt 25
meter (82 foot).
Klemnr.
81, 82
De aansluitkabel naar de remweerstand moet afgeschermd zijn. Sluit de afscherming met behulp van kabelklemmen aan op de geleidende achterwand
van de frequentieomvormer en op de metalen kast van de remweerstand.
Pas de doorsnede van de remweerstandbekabeling aan het remkoppel aan. Zie de reminstructies MI.90.Fx.yy en MI.50.Sx.yy voor meer informatie over
een veilige installatie.
62
Controle draair. motor
Functie
Remweerstandklemmen
®
MG.20.P3.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Draairichting motor
en het volgen van de stappen die op het display worden
te