3 Installeren
Algemene specificaties
Zie de sectie
Kabelafscherming
Vermijd montage met een afscherming met gedraaide uiteinden (pigtails). Dit kan het afschermende effect bij hoge frequenties verstoren. Als het nood-
zakelijk is de afscherming te onderbreken om een motorisolator of motorrelais te installeren, moet de afscherming worden voortgezet met de laagst
mogelijke HF-impedantie.
Sluit de afscherming van de motorkabel aan op de ontkoppelingsplaat van de frequentieomvormer en de metalen behuizing van de motor.
3
Gebruik voor aansluitingen op de afscherming een zo groot mogelijk oppervlak (kabelklem). Dit kan worden gedaan met behulp van de bijgeleverde
installatiemiddelen in de frequentieomvormer.
Kabellengte en dwarsdoorsnede:
De frequentieomvormer is getest met een bepaalde kabellengte conform de EMC-normen. Houd de motorkabel zo kort mogelijk om interferentie en
lekstroom te beperken.
Schakelfrequentie:
als frequentieomvormers in combinatie met sinusfilters worden gebruikt om de akoestische ruis van een motor te beperken, moet de schakelfrequentie
worden ingesteld in overeenstemming met de instructies in Par. 14-01
Klemnr.
96
U
U1
W2
U1
1) Aardverbinding (Protective Earth)
50
voor de juiste dwarsdoorsnede en lengte van de motorkabel.
97
98
99
V
W
Motorspanning 0-100% van netspanning.
PE
1)
3 draden uit motor
V1
W1
Driehoekschakeling
PE
1)
U2
V2
6 draden uit motor
V1
W1
Sterschakeling U2, V2, W2
PE
1)
U2, V2 en W2 moeten afzonderlijk onderling worden verbonden.
MG.20.P3.10 – VLT
VLT AQUA High Power Bedieningshandleiding
Schakelfrequentie
.
NB!
Bij motoren zonder fase-isolatiemateriaal of andere
versterkte isolatie die geschikt is voor gebruik met
voedingsspanning (zoals een frequentieomvormer)
moet een sinusfilter worden aangebracht op de uit-
gang van de frequentieomvormer.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss